donderdag 20 december 2012

Kinderen, school en timemanagement

Wat was ik blij toen de jongste naar school ging. Ik had de illusie dat ik dan meer tijd voor mezelf zou krijgen. Theoretisch gezien is dat ook zo, maar in de praktijk kan dat best wel eens tegenvallen...

Ze gaan vijf dagen per week naar school, maar daar kan je al twee middagen vanaf trekken want op woensdagmiddag en vrijdagmiddag zijn ze vrij. Daarbij heb ik het idee dat de leerkrachten van tegenwoordig niks meer leren op de Pabo want ze hebben elke maand wel een studiedag. Nou komt het in die zin wel goed uit dat ik niet werk want dan hoef ik geen opvang te regelen voor de dagen dat de kinderen vrij zijn. Opvang regelen kost ook weer tijd.

Dan heb ik het nog niet over het wegbrengen en ophalen gehad... Ik ben eens uit gaan rekenen hoeveel tijd dat per dag kost. Ik ben geen ochtendmens, nooit geweest ook. Zodra je kinderen krijgt ben je wel verplicht om een ochtendmens te worden en zodra kinderen een beetje beginnen te begrijpen wat uitslapen betekent, hebben ze de leerplichtige leeftijd bereikt en moeten ze dus netjes om half negen op school zijn. Dat betekent dus een knap staaltje timemanagement op de vroege ochtend: wassen, aankleden, brood smeren, zorgen dat dat brood ook in de daarvoor bestemde mondjes terecht komt..., fruit schillen, intussen zorgen dat ze elkaar de hersenen niet inslaan en ga zo maar verder. Daar staat tegenover dat het wegbrengen weer zo gebeurd is. Wij wonen op loopafstand van school, dat scheelt. Ben je thuis, dan kun je de chaos gaan opruimen die je kinderen 's ochtends in een krap uur gecreëerd hebben. Eer je daarmee klaar bent, heb je misschien nog een klein uurtje de tijd om je lichaam op relaxmodus te zetten want om twaalf uur moet je weer op school zijn om jouw kroost weer op te halen om ze thuis te voorzien van een boterham. Dat je om twaalf uur op school moet zijn, wil nog niet zeggen dat je kinderen dan ook daadwerkelijk om twaalf uur uit de klas komen. Er wordt nou niet echt rekening gehouden met het feit dat ze een uur later weer gevoed en wel in de klas moeten zitten. In de praktijk komt het er meestal op neer dat je blij mag zijn dat je om half één thuis bent, snel moet gaan eten om ze vervolgens gelijk weer op school af te leveren. Komt het toch weer neer op dat staaltje timemanagement... Veel rust heb je 's middags niet want twee uur later moet je alweer bij de schoolpoort staan. Schoolpoorten in mijn geval want ik heb uiteraard één kind dat via de kleuterspeelplaats naar buiten komt en de andere via de grote speelplaats. Ik heb helaas nog steeds geen oplossing gevonden hoe ik mezelf in tweeën kan splitsen... Om drie uur uit school komen betekent in de praktijk dat je blij mag zijn dat ze om kwart over drie voor je neus staan, en dan heeft de oudste ook nog eens klassenbeurt dus die kan je om half vier nog eens uit de klas gaan plukken terwijl de jongste inmiddels staat te jengelen omdat er juist op die dag niemand met haar kon afspreken. Dat is ook leuk, zodra kinderen oud genoeg zijn om naar school te gaan, willen ze ineens elke dag afspreken... Daarna is het alweer bijna tijd voor het avondeten.

Sinds dit schooljaar zijn ze op school erachter gekomen dat er ook nog zoiets handigs als e-mail bestaat. Sinds die tijd word ik bestookt met mailtjes variërend van nieuwbrieven tot de verzoeken tot de meest rare voorwerpen die de kinderen mee naar school moeten nemen. Toppunt was of ze één te kleine maar niet kapotte regenlaars mee naar school konden nemen. Ze vragen uiteraard ook minimaal een paar keer per week of er mensen mee willen helpen op school. Zo krijg je op een dag weleens vier mailtjes binnen. Zo blijf je bezig.

Nee, wat dat betreft ben ik blij dat de kinderen vanaf morgen twee weken kerstvakantie hebben. Eindelijk rust...

woensdag 19 december 2012

De gesloten afdeling

Geschreven op 18 februari 2012

Als ik wakker word, is het me al meteen duidelijk. Ik hoor hier niet thuis. Ik kijk om me heen en zie dat het bed van mijn kamergenote leeg is. "Ze zal wel in de separeer zitten.", is de eerste gedachte die in mij op komt. Ik sta op en loop meteen naar het rookhok waar het zoals het in de psychiatrie betaamt, het altijd het drukst is. Niet dat je met iemand een fatsoenlijk gesprek kunt voeren. Nee, de één zit te praten tegen de stemmen in zijn hoofd en de ander zit voor zich uit te staren naar iets wat er helemaal niet blijkt te zijn. Twee vrouwen zitten te praten over de beste manier waarop je jezelf van het leven kan beroven en de ultieme manier om hier te ontsnappen. Er valt hier weinig te ontsnappen want alles zit op slot, zelfs de keuken, maar het heeft mijn inziens weinig zin om hen dat duidelijk te maken. De enigen waarmee ik een gesprek zou kunnen voeren, zijn de verpleegkundigen maar die zijn druk bezig in de separeer en hebben dus geen tijd voor mij. Om deze lange uitgestrekte dag te vullen, ga ik maar muziek luisteren en sigaretten draaien. Ik leef hier van maaltijd naar maaltijd en de tussenliggende tijd moet ik zelf maar zien te vullen. Er is wel een programma en hoewel dat weinig voorstelt, besluit ik daar toch maar heen te gaan. "Hobby" staat op het programma. En daar zit ik dan, in mijn eentje, met twee man personeel sterk omdat de rest niet op komt dagen, in bed ligt of in de separeer zit... 's Middags besluit ik mijn was te doen en omdat de wasmachine net buiten de afdeling staat, moet er een verpleegkundige mee om de deur open te doen. Terwijl ze de sleutel in het slot steekt, stormen er twee vrouwen op ons af. De één duikt op de verpleegkundige en de ander duikt door de inmiddels geopende deur heen. Ik? Ik sta erbij en ik kijk ernaar. Het is toch eigenlijk gek dat ik zulke dingen inmiddels als vanzelfsprekend ben gaan zien... Ik besluit ter plekke dat ik, nu de deur toch open is, meteen mijn was kan gaan doen. Terwijl ik de was in de de machine aan het stoppen ben, komt er een verpleegkundige naar mij toe om te vragen hoe het met mij is. Ik antwoord dat het met mij prima gaat, maar dat ik hier gewoon niet thuis hoor. 's Avonds na het eten ben ik weer op mijn gemak sigaretten aan het draaien tot het tijd is voor de avondmedicatie zodat ik weer naar bed kan. Ineens zie ik wel acht verpleegkundigen over de gang heen stormen richting de kamer van één van de vrouwen die 's middags nog probeerde te ontsnappen. "Het is weer raak", gaat er door mijn gedachten heen. En ja hoor, ze heeft zichzelf geprobeerd op te hangen. Er komt ambulancepersoneel met een brancard voorbij maar omdat deze poging niet gelukt is en mevrouw inmiddels weer aan het roken is in het rookhok,  rookt de ambulancechauffeur rustig een sigaretje mee. Inmiddels is het tijd om naar bed te gaan, maar niet voordat ik overplaatsing heb aangevraagd naar de open afdeling. Terwijl ik ga slapen, bedenk ik nog een keer dat ik hier helemaal niet thuis hoor,

Dit was een verslagje van een dag op de gesloten afdeling, waar helemaal niks gebeurt terwijl er tegelijkertijd heel veel gebeurt...

Winkelhindernissen

Geschreven op 19 februari 2010

Hoewel ik in een dorp woon, hebben we hier een ruime keus aan supermarkten. Een Aldi, Lidl, Albert Heijn, Em-Té en tot voor kort hadden we hier ook een Super de Boer. Ik ben nogal een gewoontemens dus ik ging eigenlijk vrijwel altijd naar de Super de Boer voor mijn boodschappen. Daar wist ik tenminste waar alles stond, zat er enige logica tussen de schappen en stonden er nooit ellenlange wachtrijen bij de kassa. Dit was een winkel naar mijn hart en daar kon ik mijn boodschappenmissie naar hartenlust uitvoeren, namelijk: vooraan beginnen, alle benodigdheden zo snel mogelijk in mijn geleende appelgroene boodschappenmandje dumpen, aansluiten bij de kassa, afrekenen en dan binnen tien minuten weer buiten staan.

Maar dit is allemaal verleden tijd want ze zijn momenteel mijn oude vertrouwde Super de Boer om aan het bouwen tot een Jumbo. Ik moet nu voor mijn boodschappen uitwijken naar een andere supermarkt. Bij de Aldi en Lidl hebben ze veel maar niet alles, de Albert Heijn zit te ver weg dus dan blijft alleen de Em-Té nog over en die winkel staat absoluut met stip op de laatste plaats in mijn supermarkt top 10. Ik geef hieronder diverse redenen waarom…

Bij binnenkomst struikel ik al over de rollators. Ik ben van mening dat er een samenscholingsverbod moet worden ingevoerd voor de eigenaren van deze rollende stukken ijzer. Ze hebben namelijk de neiging om een complete gang te blokkeren en dan met elkaar de nieuwste roddels uit te wisselen over de medebewoners van het bejaardenhuis een paar honderd meter verderop. Gek eigenlijk dat ze mij niet horen als ik vraag of ik er even langs mag, dat ik die vraag een keer of vijf moet herhalen terwijl ze geen moeite hebben om te horen wie er onlangs zijn kunstgebit heeft verloren… Zouden die ultra moderne gehoorapparaten van tegenwoordig daar op ingesteld zijn? Als er gehoorapparaten bestaan die alleen de hoognodige info doorlaten en alle irritante alledaagse geluiden buitensluiten, ga ik vanmiddag nog even googlen waar ik deze gadget kan kopen… Inmiddels ben ik al twintig minuten verder en sta ik nog steeds bij de groenteafdeling. Met mijn boodschappenmissie had ik inmiddels alweer buiten kunnen staan, of beter, alweer thuis kunnen zijn. Voorlopig zit ik hier nog vast in deze Supermarkt from Hell… Nadat ik tien minuten in de rij heb gestaan om een zak aardappelen te kunnen bemachtigen, ben ik aanbeland bij de vleesafdeling. Ik heb alleen maar kipfilet nodig maar iemand voor mij pakt net het laatste pakje en mijn humeur is inmiddels nog verder gedaald dan de temperatuur van de koeling van de vleesafdeling. Als ik verder tussen de rollators door slalom naar de broodafdeling, stuit ik daar op een door winkelwagentjes opgeworpen blokkade. Er zijn namelijk ook mensen die hun winkelwagentje ergens in de winkel neerzetten, het liefst zo dat er helemaal niemand meer langs kan, en dan uitgebreid op hun dooie gemak door de winkel heen struinen en af en toe terugkomen bij het winkelwagentje om daar dan hun benodigdheden in alfabetische volgorde sorterend in te leggen. Inmiddels ben ik gearriveerd bij het eindpunt: de kassa. Nou ja, ik sta er nog zo’n meter of twintig vandaan. Er hangt nog net geen bordje boven mijn hoofd met: Uw wachttijd vanaf hier bedraagt 60 minuten… Als je denkt dat je er dan bent dan heb je het mis. Ik heb sowieso al de neiging om de verkeerde kassa uit te kiezen. Ik kies namelijk altijd de kassa waarbij je het langst staat te wachten, hoe kort of hoe lang de rij ook mag zijn. Ik noem het altijd mijn kassakarma… Een paar rollators hebben voor gekropen onder het mom van “Ik heb maar 1 ding en ik ben oud dus ik mag voor en het kan me niet schelen hoelang jij al staat te wachten.” De caissière moet aan deze mensen in drievoud de nieuwste supermarktactie uitleggen, omdat ze het niet begrijpen, het niet willen begrijpen, hun gehoorapparaten ook daar niet op ingesteld zijn of een combinatie van deze drie redenen. Ze betalen met losgeld en eer dat ze alle 5, 10 en 20 eurocenten uitgeteld hebben zijn we ook weer een minuut of twintig verder… Als ik dan aan de beurt ben, is er geen plek meer voor mijn boodschappen omdat de degene voor mij haar boodschappen op haar dooie gemak aan het inpakken is en ik haast acrobatische toeren moet doen om mijn boodschappen in een plastic tasje te krijgen en tegelijkertijd mijn pincode in moet toetsen… Na 1 uur en twintig minuten sta ik buiten en heb het gevoel alsof ik de Mount Everest heb beklommen in plaats van een paar kleine boodschappen te doen.

Over een week opent de Jumbo hier haar deuren voor het winkelend publiek. Het zal mij benieuwen. Ik denk dat ik in de tussentijd maar online ga shoppen voor mijn dagelijkse boodschappen.

Roze wolk

Geschreven op 16 januari 2010

Ik heb twee kinderen, een jongen en meisje. “Meer keus is er niet.”, “Een koningskoppel” en “Nu heb je van alles wat.” wordt er regelmatig tegen mij gezegd. Ja, dat is ook wel zo maar op één of andere manier dacht ik vroeger altijd dat als ik later kinderen zou krijgen dat het dan jongens zouden zijn. Hoe ik daar bij kwam? Geen idee… Maar in mijn meisjesdromen waarin ik altijd al moeder wilde worden kwamen alleen maar zonen voor en geen dochters; dat ik ooit misschien wel eens moeder zou kunnen worden van een dochter kwam totaal niet in mij op. Toen ik tijdens mijn eerste zwangerschap te horen kreeg dat we een jongetje zouden krijgen vond ik dat bijna vanzelfsprekend. Toen ik dat op mijn werk vertelde, zei een collega: “Ik vind jou ook echt een jongensmama.” Aangezien ik op dat moment wel zwanger was maar nog geen moeder vroeg ik me af hoe zij dat nou zou kunnen weten.

Toen ik zwanger was van Evy voelde het vanaf het begin helemaal anders. Ik wist bijna zeker dat we een meisje zouden gaan krijgen en toen de twintig weken echo dit ook bevestigde was ik ook niet totaal verrast. Hoewel ik me eerst nooit voor kon stellen dat ik ooit een dochter zou kunnen krijgen was ik er nu helemaal gelukkig mee. Toen Evy werd geboren en de verloskundige het geslacht van de pasgeborene aan me mededeelde was het eerste wat ik zei: “Ja, dat wist ik al.” Als het alsnog een jongen was geweest zou het ook wel heel erg sneu geweest zijn om hem het roze pakje waarop “It’s a girl!” stond aan te trekken… Ja, dat is ook nog zoiets. Tijdens de kraamtijd kreeg ik, of beter gezegd Evy, een totale overkill aan roze. Roze is totaal niet mijn kleur maar als je een dochter hebt gekregen schijnt ineens alles in het roze te moeten. Beschuit met roze muisjes is tot daar aan toe, maar ik kwam om in de roze slingers, roze kaarten, roze kleertjes, roze spuugdoekjes, roze spenen, roze flesjes en nog veel meer roze voorwerpen variërend van bruikbaar tot totaal niet bruikbaar, en het meeste was dan in de knalroze variant. Juist, die kleurtint die gewoon zeer doet aan je ogen als je er te lang naar kijkt…

Ik vind het echt superleuk hoor een dochter maar nu Evy wat ouder wordt loop ik tegen een praktisch probleem aan: haar haren… Ik ben waarschijnlijk één van de weinige moeders die het niet erg vindt dat haar dochter tot haar tweede jaar aan toe praktisch kaal is geweest. Ik kan er namelijk helemaal niets mee. Nu Evy een behoorlijk (krullende) haardos begint te krijgen zal ik er toch wel iets mee gaan moeten en als ik dan moeders zie lopen waarvan de dochters leuke staartjes, prachtige vlechtjes, knotjes en soms ware kunstwerken in hun haren hebben, symmetrisch ook nog…, dan denk ik: “Jeetje, hoe krijgen ze dat nou voor elkaar?” Even voor de beeldvorming: Mijn moeder heeft tot mijn twaalfde mijn haren moeten doen omdat ik het zelf gewoon niet voor elkaar kreeg en toen ik de leeftijd kreeg waarop ik zelf iets over mijn haren te zeggen had, heb ik ze heel snel kort laten knippen… Van de week had ik het dan eindelijk voor elkaar. Met heel veel moeite waarbij het zweet op mijn rug stond had ik twee staartjes in de haren van mijn dochter gefabriceerd, bijna symmetrisch nog wel… waarop Evy’s droge commentaar was: “Nee mama, nie mooi.”, en ze de staartjes in kwestie die mij bloed, zweet en tranen hadden gekost er binnen twee seconden eruit rukte… *Zucht* Evy bedankt voor je zeer kritische analyse… Ik heb nu maar een haarband gekocht om de mooie blonde krullen van mijn dochter in bedwang te houden en wie weet of ik de kunst van het staartjes maken en haren vlechten ooit nog onder de knie ga krijgen en, misschien wel net zo belangrijk, of mijn dochter het daar ook mee eens is

Marketing

Geschreven op 18 december 2009

Met twee kinderen in de leeftijd van vier en twee jaar boodschappen doen is een uitdaging. En dan heb ik het niet eens over de Intertoys maar gewoon over een doodgewone supermarkt. Want zoals menig moeder zal herkennen willen kinderen altijd van alles hebben en dan uitgerekend juist de dingen die jij niet van plan was om te kopen… En al de fabrikanten spelen daar handig op in; dat schijnt marketing te heten. Die fabrikanten weten namelijk dat als ze bekende tekenfilmfiguurtjes op een verpakking van een verders doodnormaal product planten, jouw kinderen er alles aan gaan doen om je ervan te overtuigen om dat product dan ook vooral te gaan kopen. Die methodes hangen uiteen van gewoonweg continu zeuren tot de overbekende scene van een spartelend krijsend kind op de grond van de supermarkt. Een goedkopere manier om je product aanhangig te maken bij potentiële klanten is er volgens mij niet.

Shampoo is ook zo’n leuk product. Had je vroeger gewoon de oude vertrouwde Zwitsal shampoo (prikt niet in de oogjes), tegenwoordig hebben ze een heel schap vol met alleen kindershampoo in allerlei verschillende vormen, soorten en maten. Als het aan mijn zoon zou liggen dan zouden we minstens een uur bij desbetreffend schap staan om al die verschillende flesjes uitgebreid te analyseren. Momenteel hebben we hier Cars shampoo voor zoonlief en Dora shampoo voor dochterlief. Haren wassen is hier nog steeds een drama maar die flesjes vinden ze dan wel weer helemaal geweldig. Wat ik dan ook niet snap is dat ze dan uitgerekend mijn fles shampoo moeten hebben om die vervolgens leeg te gaan knijpen in bad… met het gevolg dat ik dus ’s avonds mijn haren sta te wassen met Cars shampoo. Als je dat flesje opendoet dan komt de zoete kauwgumgeur je al tegemoet. Nieuwsgierig naar wat ik eigenlijk in de haren van mijn kinderen smeer en nu noodgedwongen dus ook in die van mijzelf kijk ik op het etiket naar de ingrediënten. En dat is eigenlijk iets wat ik niet moet doen. Niet omdat ik dan de neiging krijg om elk ingrediënt van die shampoo uit te gaan pluizen maar omdat ik dat soort informatie onthoud. En wat heb ik eraan om te weten dat er Sodium Laureth Sulfaat in shampoo zit? Dat soort nutteloze informatie onthouden vind ik eigenlijk een beetje zonde van mijn geheugen. Dat besteed ik liever aan het doen van een leuke opleiding of zo, als dat ooit nog op mijn pad mocht komen.

Maar goed, boodschappen doen in aanwezigheid van mijn kinderen is dus een uitdaging. Nu ben ik iemand die meestal niet toegeeft maar vandaag was ik al moe en lichtelijk uitgeput toen ik de winkel binnenstapte. Het duwen van een wandelwagen door de sneeuw met daarachter een kiddyboard en een kind van 15 kilo daar bovenop is erg vermoeiend kan ik je vertellen. Het resultaat is dat we vanavond Dora macaroni eten…

Het leed dat bus heet

Geschreven op 17 november 2009

Openbaar vervoer… Aangezien ik geen rijbewijs heb én in een dorp woon, kan ik helaas niet zonder… Bussen zijn het ergst. En in mijn dorp rijden alleen maar bussen, streekbussen welteverstaan. Ik raak er inderdaad regelmatig door van streek…, vooral omdat ze nogal de ziekelijke neiging te vertonen om gewoon niet op te komen dagen. Daar sta je dan met je goede gedrag bij de bushalte in een hoopje herfstbladeren, in de stromende regen uiteraard en mijn paraplu besluit op dat moment ook nog eens om ter plekke de geest te geven. Als Murphy, met zijn zeer irritante wet, eenmaal bezig is dan doet hij dat ook goed…

En als de bus dan na ruim een halfuur eenmaal op komt dagen, ik helemaal doorweekt de bus in stap en mijn humeur inmiddels verder gedaald is dan de buitentemperatuur, zit die bus natuurlijk stampvol. De geur van klamme kleding en natte paraplu’s dringt mijn zeer gevoelige neusgaten binnen. De temperatuur in de bus staat in schril contrast met de temperatuur daar buiten en de ramen zijn ook helemaal beslagen. Volle bussen zijn helemaal erg… mensen zijn leuk maar ze moeten niet te dicht bij mij komen. Dit is zo’n situatie waaraan ik daar helaas niet aan ontkom. Wonder boven wonder weet ik toch nog een zitplaats te bemachtigen.

Gelukkig heb ik mijn MP3-speler nog. Mijn trouwe muziekvriend en ik zijn één, we kunnen niet zonder elkaar… Nou ja, ik kan niet zonder hem. Hij blijkbaar wel zonder mij want na één nummer van de Black Eyed Peas besluit hij om in slaap te vallen. Batterij leeg… Het valt me op dat mensen over het algemeen vrij stil zijn in een bus maar natuurlijk heb je overal, ook in dit geval, een uitzondering op. Voor mij zit een meisje dat druk aan het bellen is op volume: iedereen mag meegenieten. Ze is volop bezig om samen met haar gesprekspartner de hele astrologische dierenriem te analyseren. Heel haar directe omgeving plus aanhang komt aan bod. Mijn sterrenbeeld komt ook nog even voorbij. Volgens mijn geboortedatum schijn ik een ram te zijn, tja… wat mij betreft maakt het me niet zoveel uit, als het beestje maar een naam heeft. Astrologie is niet aan mij besteed. In zulke gevallen ben ik dan weer koppig en eigenwijs en dat schijnt dan weer typisch te zijn voor een ram…

Als ik op het station ben, moet ik overstappen. Ik dacht mijn bus al te zien staan en in al mijn haast kijk ik alleen op de achterkant van de bus en zie het juiste nummer staan. Als die bus eenmaal gaat rijden, merk ik al heel snel dat ik misschien wel de goede lijn te pakken heb, maar wel in de verkeerde richting… En dit is dus wel mijn eigen stomme schuld. Op dat moment besef ik dat deze dag helemaal niet meer goed gaat komen. Is Murphy eenmaal bezig dan blijft ie ook goed bezig. Als ik dan op de plaats van bestemming aankom, heb ik 2,5 uur gedaan over een afstand van hooguit 20 kilometer. In die tijd had ik met het vliegtuig van Amsterdam in Barcelona kunnen zijn…

Voor de mensen die het toch een keer gaan proberen. De Bus… Neem deze tips dan van mij aan:
-Vertrouw niet op de tijden die op de busstaatjes staan en vertrouw al helemaal niet op de tijden van OV9292.
-Zorg voor een goed werkende paraplu.
-Laadt je MP3speler van te voren goed op. En neem voor de zekerheid ook maar een goed dik boek mee…
-Last but not least: Kijk vooral goed op de voorkant van de bus en niet alleen op de achterkant.

Stressmanagement

Geschreven op 27 oktober 2009

Afgelopen week was de KPN in het nieuws omdat dit bedrijf meer vrouwen aan de top wil hebben. Om dat te bereiken mogen alleen vrouwen zich kandidaat stellen voor bepaalde topfuncties. Waar haalt de KPN dat geniale idee toch vandaan? Zijn de (mannelijke) bedenkers van dit plan er na eeuwen eindelijk achter dat vrouwen misschien toch beter geschikt zijn voor managementfuncties? Want laten we eerlijk zijn, vrouwen zijn meestal degenen die de spil van het gezin zijn. Zorgen dat de kinderen op tijd gegeten hebben, op tijd op school zijn, op tijd op de sportclubjes, scouting, degenen die zorgen dat het huishouden draaiende wordt gehouden, dat er ’s avonds een gezonde maaltijd op tafel staat en dan het vaak ook nog voor elkaar krijgen om daar een betaalde baan tussendoor gepropt te krijgen. De ultieme vorm van time- en stressmanagement…

Ik ben trouwens een uitzondering op de regel. Management is niet één van mijn kwaliteiten. Ik ben iemand die echt een planning nodig heeft en erg slecht is in improviseren . Eigenlijk heb ik gewoon 0,0% organisatorisch vermogen. Zonder planning heb ik geen overzicht en loop ik zo’n beetje als een kip zonder kop rond. Het resultaat is dat aan het eind van de dag, hoe ik ook mijn best doe het huis er nog steeds uitziet alsof er een splinterbom ontploft is en ik twee muitende kinderen heb. Wonder boven wonder staat er om half zes wel een gezonde maaltijd op tafel, dat dan weer wel… Misschien moet ik mijn organisatorisch talent toch bijstellen naar 0,5%...

Omdat ik toch erg veel behoefte heb aan structuur, heb ik samen met mijn begeleider besloten om een schema te gaan maken. Niet alleen voor het huishouden maar eigenlijk een complete dagindeling. Ondanks dat ik echt een planning nodig heb vervloek ik schema’s... Ik beschik namelijk over een grote dosis zelfkennis en die zelfkennis zegt mij dat ik zo’n schema vaak als doel ga zien en niet meer als middel. Als er dan iets onverwachts tussenkomt en ik me niet meer aan zo’n schema kan houden kan ik daardoor al ontiegelijk in de stress schieten met als gevolg dat er de rest van de dag weinig meer van mijn dagindeling terecht komt. Ik heb besloten om al die doemscenario’s maar even te laten voor wat is en zo hebben we gisteren een begin gemaakt van Het Weekschema… en dan ook echt het begin… Wat doe je zoal in een week? Dat is zoveel dat ik mezelf echt afvroeg hoe dat ooit in een schema zou kunnen passen. Er stond zoveel op papier dat ik totaal het overzicht verloor. Gelukkig gaat mijn begeleider nu een poging wagen om dat zoveel mogelijk in dat schema te proppen. Ik wens haar heel veel succes en ben blij dat ze dit overneemt van mij want ik schiet al gigantisch in de stress van het maken van zo’n schema… Een dagindeling… voor de meeste mensen misschien de normaalste zaak van de wereld maar voor mij een hele uitdaging. Hoewel ik die uitdaging wel aanga…

Ik wens de vrouwen die gaan solliciteren naar een topfunctie bij de KPN heel veel succes! Ik sla even over….

Niet proberen maar doen!

Geschreven op 7 oktober 2009

Normaal lees ik een boek binnen no time uit. Op de PAAZ niet want daar gebeurt teveel om me heen. En alles wat er om me heen gebeurt registreer ik onbewust. Gesprekken die gevoerd worden door medepatiënten, de televisie op de achtergrond, het geluid van de koffieautomaat , de telefoon die ik over hoor gaan in het kantoor van de verpleegkundigen en zo kan ik nog wel meer dingen opnoemen. Zelfs als ik in mijn eentje in de huiskamer zit, gebeurt er nog van alles. Een verpleegkundige die ineens de huiskamer komt binnen gestormd en tegen niemand in het bijzonder zegt dat ze op zoek is naar een patiënt. Aangezien ik op dat moment de enige ben die in de huiskamer zit, voel ik me genoodzaakt om te antwoorden. Zonder van mijn boek op te kijken mompel ik: “Rookhok.” Waarop de verpleegkundige antwoordt: “Goh Eliane, wat weet jij dat toch altijd goed.” Vaak onbenullige details waar niemand anders aandacht aan zou besteden, dat, in combinatie met mijn goede geheugen zorgt regelmatig voor overprikkeling. Op zulke momenten zou ik eigenlijk op mijn kamer moeten gaan zitten om daar te gaan lezen maar op mijn kamer is mijn Braziliaanse kamergenote bezig om te oefenen voor haar inburgeringsexamen dat ze binnenkort moet gaan afleggen. Aangezien ze hardop haar Nederlandse uitspraak moet oefenen, zit ik dan in de huiskamer toch een stuk rustiger.

Na drie weken op de PAAZ heb ik hele gemengde gevoelens over mijn tijdelijke verblijfplaats. De rust doet me inderdaad erg goed. Onder rust versta ik dan dat er heel weinig van me verwacht wordt. Ik kan en mag mezelf zijn en dat is heel vaak in mijn leven toch wel anders geweest. Maar met sommige dingen heb ik het erg moeilijk (buiten het feit dat de PAAZ geen auti vriendelijke omgeving is). De overgang van helemaal geen zorg naar zorg 24 uur per dag is erg groot. En de zorg wordt gegeven door mensen die het beroep hebben waar ik jarenlang van heb gedroomd. De droom die ik nooit waar heb kunnen maken. Dat is soms heel erg confronterend. Toen ik 8 jaar geleden op de HBO-V begon, wist ik gelijk dat ik in de psychiatrie wilde gaan werken. Ik had ironisch genoeg mijn stageplek aangevraagd op de PAAZ. Omdat dat een erg gewilde stageplaats was, moest ik uiteindelijk genoegen nemen met een stage in de psychogeriatrie in een verpleeghuis. Misschien moet ik achteraf maar blij zijn dat ik nooit stage heb gelopen op de PAAZ, dat had waarschijnlijk weer een hoop herinneringen naar boven gehaald. ’s Avonds als ik mijn slaapmedicatie ga ophalen en dit in bijzijn van een verpleegkundige in moet nemen, valt mijn oog op de medicijnlijst. “Vandaag de nieuwe medicatie en de medicijnlijsten binnengekregen zeker?” De verpleegkundige kijkt me ietwat verbaasd aan. “Ja dat klopt, maar hoe weet jij dat?” Daarop antwoordde ik dat ik altijd gewend ben geweest om aan haar kant van de medicijnkar te staan en dat ik meteen zie dat er een nieuwe, nog niet afgetekende lijst, in de map zit. “Nou, dan voelt het zeker wel vreemd om nu aan de andere kant te staan.”, zegt ze. Ik zegt dat inderdaad zo is, zeg welterusten en zoek mijn heil nog even in het rookhok waarin het om 22.00 erg druk is. Continu geconfronteerd worden met de droom die ik ooit in duigen heb zie vallen is niet echt leuk. Terwijl ik ook van mezelf weet dat ik nooit meer in de zorg zou willen werken, daarom is het ook zo dubbel.

Eén van de dingen die ik de afgelopen tijd geleerd heb is dat je nooit iets moet proberen maar het gewoon moet doen. Stel een doel voor ogen en mocht het niet lukken dan kun je achteraf je doelen altijd nog bijstellen. En dat heb ik niet geleerd tijdens mijn stages maar juist tijdens mijn verblijf als patiënt op de PAAZ. Het leven kan soms raar lopen..

Sambal bij?

Geschreven op 24 augustus 2009

Als kind gingen we vroeger op zondag heel vaak Chinees halen. Altijd bij dezelfde Chinees en vrijwel altijd hetzelfde menu: Minirijsttafel met babi pangang, babi ketjap, fu yong hai en nasi, aangevuld met kroepoek. Als ik aan die zondagavonden met Chinees denk dan zijn die herinneringen onlosmakelijk verbonden met Studio Sport. Na de maaltijd nestelde mijn vader zich om 7 uur op de bank bewapend met de afstandbediening en ging hij op zijn gemak de samenvattingen van alle voetbalwedstrijden uit de eredivisie zitten, of beter gezegd liggen, kijken. Wee degene die de uitslagen van de eerder gespeelde wedstrijden van die dag verklapte! Nu, zo’n 15 tot 20 jaar later, denk ik bij de begintune van Studio Sport nog steeds aan Chinees… Op een gegeven moment kwam de Chinees een beetje mijn neus uit dus tegenwoordig eet ik het niet zo vaak meer.

Gisteren was ik samen met mijn zusje bij mijn ouders. Tegenwoordig heeft mijn vader Eredivisie Live dus toen we ’s middags binnenkwamen lag mijn vader buiten, genesteld in een ligstoel en uiteraard bewapend met afstandbediening naar voetbal te kijken. Aan zijn menukeuze van de zondag is echter niet zoveel veranderd. Chinees moest het zijn en nog steeds bij dezelfde Chinees als 20 jaar geleden, hoewel mijn ouders inmiddels aan de andere kant van de stad wonen. Mijn zusje en mijn vader hebben een uur zitten discussiëren aangezien mijn zusje weinig zin had in Chinees. Als argument had ze dat Chinees typisch eten was voor de winter… Ik had dat eigenlijk nog nooit geassocieerd met de winter, maar misschien moet ik haar achteraf toch maar gelijk geven… Studio Sport associeer ik namelijk ook met de winter en… Chinees! Mijn zusje heeft de discussie niet gewonnen dus even later waren we op weg (nadat mijn vader gebeld had om de bestelling door te geven) naar de Chinees aan de andere kant van de stad. “Ik bestel er mooi een zakje frites bij… voor de kinderen.”, zei mijn zusje. Met kinderen bedoelde ze niet alleen mijn kinderen maar uiteraard ook zichzelf.

Het was druk bij de Chinees zoals altijd op zondag. Normaal gesproken kunnen we altijd zo weer weg aangezien we telefonisch de bestelling doorgeven maar vanwege de frites moesten we toch nog even wachten. In die tijd hebben mijn zusje en ik ons zitten verbazen om de hebberigheid van de mens… Een man van een jaar of 70 die bij binnenkomst meteen een sprintje trok naar de bak met kroepoek alsof zijn leven daar van afhing en iedereen die volgens hem in de weg stond gewoon opzij duwde… Even voor de beeldvorming, er stond een hele grote bak met genoeg kroepoek voor een heel weeshuis… Zijn vrouw riep nog: “Oh, ben je weer aan het snoepen!” , waarbij ik mijn zusje in de oren fluisterde: “Dat is nou echt een typisch voorbeeld van een ouwe snoeperd.” Bij het afroepen van een bestelling stonden er gelijk zes mensen bij de balie, ruziemakend voor wie de bestelling nu eigenlijk bedoeld was… Geduld is een hele schone zaak toch? Deed me een beetje denken aan de vakanties in all inclusive hotels waarbij mensen ook meteen op het eten af vliegen alsof ze al dagen niets gegeten hebben, bang om iets tekort te komen terwijl er meer dan genoeg is voor iedereen. Terug naar mijn ouders zat ik, terwijl het behoorlijk warm was buiten, klem tussen de hete babi pangang, babi ketchap, fu yong hai en dit keer aangevuld met frites en een loempia voor mezelf.

Chinees op zondagavond net als vroeger… Studio Sport stond aan op de achtergrond, sommige dingen veranderen nooit…

Op een mooie zomerdag

Geschreven op 7 juli 2009

Zomerdagen. Dagen om naar het zwembad te gaan. Ik besloot om ook een dagje te gaan. Normaal ben ik niet zo’n type die bij het zwembad gaat liggen. Ik heb dan het gevoel alsof ik over een mierenhoop van mensen heen moet klimmen voordat ik het water kan bereiken… Maar ik dacht dat het wel een keer leuk zou zijn voor Thomaz dus vooruit dan maar. We gingen naar zo’n zwemmeer. Eenmaal aangekomen krioelde het er van de moeders plus kinderen dus tja.. het zal wel pedagogisch verantwoord zijn zo’n dagje zwembad.

En als ik sommige moeders met hun kroost zie dan vraag ik mezelf af hoe ze het toch doen… Ik zie schone onberispelijk geklede kinderen lopen in de speeltuin terwijl ik zojuist in de auto nog een verdwaalde en half gesmolten smartie uit de haren van mijn zoon heb zitten pulken. Zongebruinde moeders roepen hun kids bij zich om ze vervolgens opnieuw in te smeren met zonnebrandcrème terwijl ik lijkbleek zie omdat ik niet eens de tijd heb met twee kinderen om in de zon te zitten om bruin te worden of zelfs maar te verbranden… Ik heb het idee dat sommige kinderen wel geadopteerd moeten zijn want hoe kunnen die moeders zo’n strakke buik houden terwijl de mijne er afgeleefd uit ziet na twee zwangerschappen terwijl ik toch ruim 15 kilo ben afgevallen? Zelfs Sonja Bakker kan naar mijn idee niet zulke wonderen verrichten… Ik zie kinderen die rustig zitten te spelen op het strand met een emmertje en schepje terwijl ik mijn spartelende en inmiddels krijsende zoon onder mijn armen heb omdat hij het er niet mee eens is dat we het water even uitgaan. Als ik Thomaz aan het duwen ben op de schommel hoor ik twee moeders praten. De één vertelt tegen de ander dat ze een cursus stressmanagement aan het volgen is. Stressmanagement? Zo’n cursus kan ik ook wel gebruiken… alleen krijg ik al stress van het woordje management dus bij nader inzien lijkt het me niet zo’n goed plan. Daarna hebben ze het over het nieuwe macrobiotische dieet wat ze aan het volgen zijn. Macrobiotisch?? Zou dat het geheim zijn achter die strakke buiken??? De kinderen eten uiteraard ook macrobiotisch mee en ze vinden het zoooo lekker!!! Wow! Wat is het geheim daar achter? Thomaz zit namelijk in de alles-wat –ik-niet-ken-eet-ik-niet-en-wat-ik-wel-ken-daar-heb-ik-ook-geen-zin-in-fase. De enige manier om hem te laten eten zou zijn dat ik hem vast zou moeten binden op een stoel, zijn neus dicht moet knijpen en dan het voedsel bij hem naar binnen moet werken. Maar dat leek me nou niet echt pedagogisch verantwoord dus dat idee heb ik maar laten varen….

Aan het eind van de middag ben ik helemaal uitgeput, voel ik overal het vieze zand kriebelen en ben ik helemaal bezweet, terwijl de rest van de moeders er nog fris en fruitig uit zien. Leuk zo’n dagje zwembad! Ik ben vergeten om aan één van die moeders het telefoonnummer te vragen van de opvoedcursus die ze gevolgd moeten hebben. Daar was ik eigenlijk toch wel heel benieuwd naar…

Zwemles

Geschreven op 29 april 2009

Achter de wolken schijnt de zon. Terwijl dit besef langzaam tot haar doordringt, dringt het nu ook luid en duidelijk tot haar door dat ze zich momenteel beter voelt dan ooit. En juist op dat moment heeft ze gewacht. Ze pakt een pen en haar schrijfblok, gaat aan tafel zitten en begint te schrijven:

Beste badmeester,

Toen ik je leerde kennen was ik jong en onervaren. Ik had nog heel veel te leren zoals iedereen op mijn leeftijd. Jij had zoveel verwachtingen van mij…. Maar je kwam er al snel achter dat ik jouw verwachtingen niet waar kon maken. Toch heb je me door laten zweten, zwoegen. Jij hebt me in het diepe gegooid van je eigen zwembad terwijl ik niet goed kon zwemmen .Je hebt me laten spartelen totdat ik bijna verdronk. Iedere keer ging ik kopje onder en kwam proestend boven. Iedereen zwom me hard voor bij, en ik? Ik kwam niet vooruit en er was niemand en dan ook helemaal niemand die me wilde leren zwemmen. Het werd als iets vanzelfsprekends gezien, maar ik kon de juiste slagen niet maken. En toen kwam het moment dat ik helemaal niet meer boven water kwam.. En zelfs toen kwam je me niet uit het water halen. Nee… ik heb me met het laatste beetje kracht dat ik nog in mijn lichaam had uit jouw zwembad gesleept. En toen ik hoestend en proestend op het droge lag, kwam jij me vertellen dat ik heel snel weer het water in moest omdat anders het zwembad voor mij voorgoed gesloten zou zijn. En zelfs toen heb ik het nog een keer geprobeerd, maar zodra ik merkte dat ik het zwemmen nooit goed onder de knie zou krijgen ben ik snel weer het water uit gegaan. En toen hield je je wel aan je woord. Je sloot het zwembad voorgoed voor mij. Het kon me weinig schelen want ik was niet van plan om ooit nog maar een voet in het water te zetten.

Waarom heb je me bijna laten verdrinken? Waarom heb je nooit gekeken waarom ik niet kon zwemmen. Waarom heb je nooit gewoon maar even gevraagd hoe het met me ging?

Er is een tijd geweest dat ik nooit meer wilde leren zwemmen. Alleen de herinneringen aan het water deden me al pijn. Maar ik kan je vertellen dat ik heb leren zwemmen! Ik zwem alleen met een andere slag, maar dat maakt me er niet minder snel om. Het duurde even voordat ik de slag te pakken had. Ik heb geoefend op het droge en ben daarna niet meteen het diepe in gesprongen. Ik heb geleerd dat jouw vanzelfsprekendheid niet de vanzelfsprekendheid van iedereen is. Er zijn namelijk mensen die de moeite hebben genomen om me te leren zwemmen, en die mensen hebben mij geholpen om alles wat jij hebt afgebroken samen met mij weer op te bouwen.

En waarom schrijf ik deze brief? Sowieso om te laten weten dat ik niet verdronken ben. Misschien ook wel om te laten zien dat mensen die met een andere slag zwemmen dan jouw vanzelfsprekende slag net zo snel vooruit kunnen komen, misschien nog wel sneller. Als je ze maar de kans geeft.

Groeten,

Een bijna verdronken zwemleerlinge

Tja, noem mij maar lui

Geschreven op 14 maart 2009

Oke, ik zal het maar eerlijk zeggen. Ik ben een actief of beter gezegd niet actief sporthater pur sang. Een trauma wat waarschijnlijk is voortgekomen uit gym op school. HET vak wat ik al haat sinds mijn zesde jaar en wat ik een jaar of 10 later regelrecht vervloekte. Want anders dan wiskunde kon ik lichamelijke opvoeding (welke idioot heeft die term ooit verzonnen???) niet laten vallen. Ik haat het aanzicht van naar zweetvoeten ruikende gymzalen…

Teamsporten vind ik al helemaal vreselijk. Ik krijg het al spaans benauwd als ik er naar kijk, laat staan als ik er aan mee moet doen. Op de basisschool mochten er altijd zelf twee kinderen kiezen wie er in hun team mocht komen. Het lijkt me vrij overbodig om te melden dat ik altijd als laatste gekozen werd, maar ik doe het toch maar even. Nou was ik motorisch ook echt geen ster, maar om ruim zes jaar lag twee keer per week als laatste gekozen te worden is op z’n minst niet goed voor je zelfvertrouwen. En ik kan op één hand tellen hoe vaak ik daadwerkelijk die vervloekte bal in mijn handen heb gehad. Ik onderging gym op een gegeven moment gelaten als een dier dat onderweg is naar een slachthuis. Om eerlijk te zijn, ik werd gewoon vreselijk gepest op school en gym was een uitermate geschikt vak om mij nog eens tien keer in het kwadraat te vernederen.

Op de middelbare school was ik expert om smoezen te verzinnen om niet mee te hoeven doen aan de mij zo gehate gymlessen. Nog erger waren de sportdagen… Een uurtje was voor mij al een marteling. Maar een dag??? Dat is de ware hel op aarde!!! Mijn gymleraar had een hekel aan mij en hij stak dat nou niet echt onder stoelen of banken. Nou was dat gevoel ook helemaal wederzijds. Het was zo’n man die zich het niet voor kon stellen dat er ooit iemand een hekel aan sport zou kunnen hebben. Ik was het levende bewijs dat dat dus wel kon en dat kon hij dus niet hebben. Mijn zusje had later ook gym van hem en hij zei regelmatig tegen haar, Jij bent al net zo lui als je zus…. Lui? Ja ach, dat hebben al meerdere mensen over mij gezegd en ik kon er niet wakker om liggen. Ben overigens wel benieuwd of hij hetzelfde over mij gezegd zou hebben als ik de diagnose Asperger ruim 10 jaar eerder had gekregen.

Het enige waar ik dan wel weer goed in was, was hardlopen. Ik haalde daar altijd de beste cijfers in. Nou komt er in hardlopen geen bal voor dus dat was wel weer een voordeel. Zo kwam het dan toch nog wel eens voor dat ik een voldoende voor gym op mijn rapport had. Behalve dan voor motivatie…

Tegenwoordig hoef je mij nog steeds echt niet te vragen om voor mijn plezier mee te doen aan een volleybalwedstrijd bijvoorbeeld. Daar doe je mij dus absoluut geen plezier mee. Om eerlijk te zijn kijk ik er liever niet eens naar. Je mag me lui noemen, ik noem het zelf liever niet actief. Die energie steek ik liever in andere zaken.

Teletubbieleed

Geschreven op 2 maart 2009

Ze zijn zóóó’schattig! Wat zijn ze lief zeg! Ja dat kunnen ze inderdaad zijn die twee kids van mij, vóóral bij een ander. Thuis halen ze hun ingehouden energie ruimschoots weer in. Mijn netjes opgeruimde woonkamer ziet er na vijf minuten uit alsof er een clusterbom in is ontploft en het aantal decibellen wat daarbij vrijkomt is ook niet van de lucht. De rust keert pas weer weder als één van de kleine stuiterballetjes in bed ligt. Toch geniet ik van het moeder zijn en mijn twee kinderen zijn mijn alles. Laatst zei iemand tegen mij dat ik tenminste wat van mijn leven heb gemaakt omdat ik twee kinderen had. Degene die dat zei, is pas 23 dus ik heb tegen haar gezegd dat ze nog alle tijd van de wereld had… Tegenwoordig ligt de gemiddelde leeftijd van vrouwen die hun eerste kind krijgen rond de 30 jaar en in 7 jaar kan er heel veel gebeuren.

Ik ben jong moeder geworden en ik heb er geen spijt van. Ik geniet er van en als ik 35 ben, heb ik mijn vrijheid een beetje terug. Nou ja, ik neem aan dat ik dan inmiddels weer kan uitslapen in het weekend, want alleen daar neem ik al genoegen mee… Terwijl mijn nu feestende leeftijdsgenoten dan met de gebroken nachten, luiers, flesjes, teletubbies en allerlei andere baby- en peuterdingen zitten.

Teletubbies… Ook zoiets… Ik vervloek inmiddels die hyperactieve uit de kluiten gewassen buitenaardse wezentjes (of wat het ook moge zijn…) Maar mijn kinderen zijn er gek op, helaas… Het zal ongetwijfeld heel pedagogisch verantwoord zijn maar ik raak inmiddels behoorlijk gefrustreerd door al dat geohoh!! en dat eeuwige Nog een keer!!! Neee, niet nog een keer!!! Dat is niet goed voor mama’s gemoedstoestand… Mijn zoontje is inmiddels 3 en vind het nog steeds leuk. Aangezien de jongste net 15 maanden is, zal het er wel op neer komen dat ik nog minstens 2 jaar met dat irritante bontgekleurde viertal zit opscheept… Ik vond de parodie van Bart de Graaf dan nog leuker, maar dat is uiteraard weer niet pedagogisch verantwoord…

Ach ja... Ik denk dat ik voorlopig maar even een genoegen neem met de teletubbies. Er zijn wel ergere dingen op de wereld en op tv. Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen zeggen ze wel eens. En dat zal ongetwijfeld ook wel kloppen. Ik geniet in ieder geval van het moeder zijn, ook al gaat dat ook niet altijd over

Ruimtelijk inzicht, kun je dat eten?

Geschreven op 9 februari 2009

Een paar weken geleden is Thomaz 3 jaar geworden. Het is een heel lief maar eigenwijs mannetje, heel ondeugend maar vol humor. Gisteren was hij aan het kleien en hij kwam naar me toe met de vraag, Mama wil jij voor mij een magnetron kleien? Een magnetron??? Hoe komt ie erop? Het eerste wat ik zei was Jezus hey... Waarop mijn zoon heel adrem antwoordde neeee, mama een magnetron! Ja praten kan meneer als de beste. Toen hij anderhalf was, begon hij al zinnen te praten. En nu hij 3 jaar is, loopt hij nog steeds ruimschoots voor op zijn leeftijdsgenootjes.

Twee weken geleden moest hij voor de controle van 3 jaar naar het consultatiebureau. Tegenwoordig krijgen ze met 3 jaar al voor de eerste keer de ogentest. Nou daar was hij voor 'geslaagd'. Maar denk nou maar niet dat je er dan bent want de kids krijgen nog meer testjes... Zo moest Thomaz een rechte lijn tekenen. Thomaz vindt tekenen leuk, maar een rechte lijn? No way! Hij maakt er liever een soort Picasso van. En hij moest vier blokjes naast elkaar zetten en het vijfde blokje moest daar bovenop. Ook dat ging niet lukken. Misschien had hij er geen zin in, wat ik me overigens heel goed kan voorstellen, maar als hij het ruimtelijk inzicht van zijn moeder heeft dan gaan al die testjes zowiezo finaal de mist in.

Ik heb namelijk helemaal geen ruimtelijk inzicht. Rekenen kan ik ook niet. Getallen blijven bij mij gewoon niet hangen. Ik kan mijn eigen telefoonnummer niet eens onthouden. Getallen zijn absolute gegevens maar voor mij zijn ze net zo abstract als bijvoorbeeld gevoelens. Pipi Langkous kan er tenminste nog een liedje over zingen, maar zelfs dat zou voor mij nog teveel gevraagd zijn. Op de basisschool hebben ze me door middel van bijles nog enige basisbeginselen getallen proberen bij te brengen maar ze kwamen er al heel snel achter dat dat verspilde moeite was. Taal was ik dan wel weer heel goed in. Ik haalde altijd een 10 voor het dictee, als ze tenminste mijn handschrift konden lezen... We moesten aan elkaar en met vulpen schrijven en aangezien ik hardnekkig mijn pen verkeerd bleef vasthouden en ik motorisch nou eenmaal geen ster ben, resulteerde dat in een soort onleesbaar doktershandschrift en heel veel blauwe vlekken. Mijn handen zaten altijd onder de inkt. Toen ik op de middelbare school kwam en we ons eigen handschrift mochten gaan ontwikkelen en we niet meer met vulpen hoefden te schrijven, ging er een wereld voor me open! Sindsdien heb ik geen vulpen meer aangeraakt. Ik vervloek die dingen! Mijn handschrift is inmiddels leesbaar, hoewel ik nog steeds mijn pen verkeerd vasthoud.

Toen ik getest werd op Autisme, kreeg ik uiteraard ook een IQ-test. Daar scoorde ik verbaal (het redeneren in woorden of woordsymbolen) heel hoog op. Performaal (het gedeelte waarin je handelend optreedt, zonder taalkundige ondersteuning) scoorde ik heel laag op. Een disharmonisch model noemen ze dat in de psychologie. En tja, daar heb je het al. De verklaring waardoor ik toch netjes mijn Havodiploma heb kunnen halen (wel zonder wiskunde uiteraard;-) ). Ik ben heel goed in staat om met mijn goed ontwikkelde verbale kant mijn uitermate slechte performale kant op te vangen. Daardoor kan ik eigenlijk gewoon alles doen wat een ander ook kan, mits het niet te gecompliceerd wordt natuurlijk. Want dan val ik door de mand.

Om even terug te komen op Thomaz. Ik moet over anderhalve week terug komen op het consultatiebureau met hem, zodat ze de eerder genoemde testjes weer opnieuw kunnen afleggen. Misschien heeft hij er weer geen zin in. Maar misschien heeft hij het gewoon niet in zich en lijkt hij gewoon heel erg op zijn moeder. Wie weet?

Een kwart eeuw

Geschreven op 7 februari 2009

Ik ben 25 jaar, word dit jaar 26 dus ik ben nog jong. Dat zegt iedereen tenminste. En ja, dat klopt ook wel want ik heb nog een heel leven voor me liggen. Dat hoop ik in ieder geval wel. Maar soms voel ik me gewoon oud. In de ogen van mijn kinderen ben ik oud, in de ogen van mijn elfjarige stiefzoon Bryan ook. (Ik vind stiefzoon een heel naar woord maar ik weet even niet wat ik anders zou moeten zeggen) Gisteren had ik nog zo'n voorbeeld. Onze computer moet heel nodig een keer geformateerd worden. Als ik een internetpagina probeer te openen dan kan ik ondertussen rustig naar de wc gaan, koffie zetten en als ik dan terugkom dan is ie nog niet geopend. Ik maakte de opmerking tegen Bryan dat we net zo goed een inbelverbinding konden hebben. Wat is een inbelverbinding? vroeg hij me toen. En dan voel ik me oud... Ik kan me onze eerste internetaansluiting nog levendig herinneren namelijk. Via zo'n ouderwets modem (wat toen nog heel high tech was) en als je dan verbinding maakte hoorde je dat modem kraken en piepen. Het duurde even voordat je online was op het World Wide Web maar als je dan online was, dan was je vaste telefoonlijn in gesprek. Met als gevolg een torenhoge telefoonrekening... In mijn geval was die voor mijn ouders;-) .

Ik ben in de jaren tachtig geboren. Het decenium van de Apple, Atari, Amiga en de Commodore 64. Het decenium waarin Beatrix koningin werd, waarin het HIV-virus werd ontdekt, iedereen in de ban was van de Rubiks kubus en waarin artiesten zoals Michael Jackson, Prince en Madonna bovenaan in de hitlijsten stonden. En de tijd van de Nederpop niet te vergeten, zoals Frank Boeijen Groep, Toontje Lager, Doe Maar, Het Goede Doel en VOF de Kunst. Het decenium waarin Nederland de EK won, waarin Ruud Lubbers aan de macht was en waarin de Nederlandse bevolking massaal in opstand kwam tegen de plaatsing van kruisraketten.

Ik ben een kind van de jaren negentig. Het decenium waarin de oorlog in Joegoslavië zich afspeelde, housemuziek zijn intrede deed in de hitlijsten, Saddam Hoessein Koeweit binnen viel, de apartheid in Zuid Afrika werd afgeschaft en waarin het internettijdperk in volle hevigheid losbarstte. Halverwege de jaren negentig zat ik inmiddels op de middelbare school en die tijd kenmerkte zich door de gabbers met hun aussi's en de keiharde hardcore muziek en de zogenaamde Sjonnies en Anita's. Ik zelf paste daar niet echt tussen en werd alto genoemd vanwege mijn nogal aparte kledingstijl. De walkmans waren inmiddels discmans geworden en daar draaide ik vol overgave mijn cd's van The Offspring, Nirvana en De Heideroosjes op. Om maar even een greep uit mijn muziekcollectie uit die tijd te nemen. Toen ik voor het eerst hoorde van internet, hadden we thuis nog niet eens een computer. En bijna niemand had nog een mobiele telefoon, die luxe was weggelegd voor de zakenwereld. Mijn vader had trouwens een van de eerste mobiele telefoons. Model koelkast en waarbij de batterij meer woog dan een zak aardappelen. Toen ik eindexamen deed in 2000, was ik inmiddels een van de weinigen die nog geen mobiele telefoon had...

Ik heb de guldens euro's zien worden. Ik heb live op de TV gezien hoe de Twintowers instortten. De moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh heb ik ook uitgebreid uit de doeken zien doen op TV. In dit decenium ben ik getrouwd en heb ik twee prachtige kinderen op de wereld gezet en dat zijn wat mij betreft toch de twee belangrijkste gebeurtenissen uit mijn leven.

Soms vraag ik me wel eens af, word ik nu oud? Of gaat de techniek en de tijd nu zo snel? Dit was maar een korte greep uit de gebeurtenissen natuurlijk. Er is nog veel meer gebeurd en er zal ongetwijfeld ook nog veel meer bijkomen.

Mijmerend in een bushokje

Geschreven op 6 februari 2009

Mijn bijdrage aan de februari opdracht van Het Fantasierijk

Ik kijk nog even snel op internet hoe laat die bus nou precies komt. Over vijf minuten zie ik, dus ik moet nu behoorlijk gaan haasten. Snel trek ik mijn jas aan, pak mijn tas en mijn sleutels en gooi de deur met een behoorlijke knal achter me dicht. Buiten regent het, waait het en het is verschrikkelijk guur op deze donderdagochtend in februari. Ik trek een sprint naar de bushalte maar als ik daar aankom, zie ik de bus net voor mijn neus vertrekken.

Mijn humeur was al niet best maar zakt nu behoorlijk richting de temperatuur van de buitenlucht waar ik in sta. De gure noordoosterwind verkleumt me tot op het bot dus ik nestel me snel tegen de achterste wand van het bushokje aan. Daar sta ik dan, alleen met mijn gedachten. Mijn blik valt op de poster die in het bushokje hangt. Het is reclame voor lingerie. Er staat een meisje op, een jaar of twee jonger dan ik. Stralend, en in de bloei van haar leven. Ik behoor mij ook zo te voelen, maar ik voel me alles behalve dat. Alles wat ik in mijn handen krijg blijkt op een of andere manier meteen als los zand tussen mijn vingers door te glippen. Het zal mijn karma wel zijn, mijn wet van Murphy. En dan is die rotbus die voor mijn neus is weggereden nog niet eens het ergste.

Hoewel het bushokje de meeste wind tegenhoudt, ben ik na een minuut of tien inmiddels zo wat een ijsblokje geworden. Ik kijk om me heen en terwijl ik omhoog kijk zie ik een waterig zonnetje tevoorschijn komen. Tegelijkertijd zie ik iemand aan komen lopen. Ik heb het vermoeden dat het iemand is die lijn 140 moet hebben. Mijn vermoedens worden bevestigd als ze stil blijft staan bij het tot mij inmiddels omgedoopt schuilhokje. Ik ben heel goed in het observeren van mensen. Ik treed niet graag op de voorgrond dus ik heb er zowat een sport van gemaakt om mensen te observeren en te interpreteren. Ik kijk haar aan en hoewel ik niet op vrouwen val, valt het mij meteen op dat dit een bloedmooie vrouw is.Wat is het koud he. Zegt ze tegen me. Ja zeg dat wel.. Stamel ik verlegen.

Ik zie de bus de hoek om komen. Ik stap in zonder het vermoeden dat dit wel eens de omkeer van mijn leven zou kunnen zijn.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Februariopdracht.

Het is koud, winderig en nat. Maar, met een beetje geluk pik je een winters zonnetje voor de volgende opdracht.
Trek je jas aan en sluit je pc maar af, we gaan naar buiten!

Dit keer vragen we de deelnemers een tijdje in een bushokje door te brengen. Je vraagt je af of er niets inspirerenders bestaat? Ja, dat klopt. Precies om die reden valt de keus dan op iets wat minder erg is dan de brievenbus, maar lastiger dan de plaatselijke markt.
Wat een bushokje met jouw fantastische brein doet willen we graag terug zien op Fantasierijk. Neem er de tijd voor en verdiep je in de details van je bushokje. Te snel plaatsen leidt over het algemeen tot veel schrijf/tikfouten en doorsnee verhalen.

Schrijf in maximaal 400 woorden jouw verhaal. Uiteraard speelt het bushokje een centrale rol in jouw schrijfsel.


Gedicht

Geschreven op 4 februari 2009

Ik heb ook gevoel
maar soms snappen mensen niet wat ik bedoel.
Ik lach, ik huil als iedereen
maar waarom voel ik me dan soms zo alleen?
Bij mij valt een gesprek vaak helemaal stil
en dat is iets wat ik helemaal niet wil.
Maar vaak weet ik niet wat ik moet zeggen
en dan heb ik ook moeite om het uit te leggen.
Van alles gaat er dan door mijn hoofd
maar vaak word ik gewoon niet geloofd.
Ook al ben ik vaak heel erg stil
ik weet dondersgoed wat ik wil.
Op papier kan ik me wel goed uitdrukken
dat is iets wat me wel schijnt te lukken.
Daarom blijf ik toch maar schrijven
dan kan ik zien waar mijn gedachten blijven.
Nu zijn ze te zien voor iedereen

Flavorwattes?

Gechreven op 31 januari 2009

Ik kijk om 6 uur 's ochtens altijd naar de herhaling van Hart van Nederland op SBS 6. Nou was ik vanmorgen iets later mijn bed uit en Evy heeft maar liefst tot 9 uur uitgeslapen. Geheel per ongeluk stond de televisie nog op SBS 6 maar zaterdagochtend om 9 uur krijg je geen herhaling van Hart van Nederland meer. Nee... je wordt overspoeld door allerlei Telsell reclames met de meest onzinnige produkten die je voor de meest bizarre prijzen worden aangesmeerd... Nou had ik Evy op mijn schoot zitten en ik vond het een beetje zielig om de fles uit haar mond te rukken en de tv snel op een andere zender te zetten dus ik heb op mijn tanden bijtend naar deze reclame zitten kijken:

Dit is de revolutionaire FlavorWave Turbo, de baanbrekende wonderoven die al uw favoriete eten, vers en bevroren, tot drie keer sneller klaarmaakt met minder vet en zowat zonder enige opruim achteraf. Met de FlavorWave Turbo kunt u bevroren eten recht uit de diepvriezer halen, en enkele minuten later kunt u al genieten van overheerlijke maaltijden.Misschien is het een optie om het vlees 's ochtends al uit de vriezer te halen? En als dat een keer niet lukt bestaat er ook nog zoiets als een magnetron. De FlavorWave Turbo is zo veelzijdig dat hij kan bakken, braden, roosteren, toasten, grillen, stomen, bruinen, frituren, opwarmen en nog veel meer. Braad een sappige kalkoen, overheerlijke steaks, smakelijke kip en grill de beste zeevruchten die u ooit hebt geproefd. In enkele minuutjes kunt u er zelfs lekkere kaneelkoekjes in bakken.Nou nou.. dat is nogal wat... Ik heb een combimagnetron, laat die nou dezelfde opties ook allemaal hebben. Maar wat verstaan jullie nou onder 'nog veel meer' Kun je er ook mee bellen? Doet ie de afwas voor je? Past ie op de kinderen? Dat zijn namelijk allemaal opties die mijn combimagnetron nog niet onder de knie heeft...De FlavorWave Turbo is compact en praktisch en neemt ongeveer even veel plaats in als een grilloventje. Hij is perfect in caravans, op de boot, in een klein flatje, zelfs tijdens een barbecue. Ja dat zou wat zijn als dat ding zo groot was geweest dat ie niet eens in een klein flatje zou passen. Dan zou ie wel erg lomp en onhandig zijn geweest...En het beste van al is dat de FlavorWave zichzelf achteraf schoonmaakt.Wouw... Met zijn splintervrij getemperd glas is hij geschikt voor in de vaatwasmachine.Dus je moet hem toch nog in de vaatwasser stoppen? Net zeiden jullie dat ie zichzelf schoonmaakt?We sturen u ook de hoge en lage rekjes voor in de FlavorWave, om tegelijk verschillende stukken eten klaar te maken, zoals volledige maaltijden, allemaal tegelijk.Nou zeevruchten en kaneelkoekjes lijkt me toch niet echt een lekkere combinatie... En de handige grijptangen maken eten eruit halen heel gemakkelijk. Briljant...Bovendien sturen we u ook de FlavorWave Easy Flip Receptengids met meer dan 50 gezonde en gemakkelijke recepten, samen met de FlavorWave kooktabel waarin u de kooktijden en instellingen terugvindt voor tientallen overheerlijke gerechten.Aahhh de gebruiksaanwijzing dus. Volgens mij zit zoiets standaard bij elk apparaat dat je aanschaft. U ontvangt tevens ook de ongelooflijk veelzijdige vijf-in-één Turbo Slicer. Snijd, rasp, hak, versnipper en maal groenten, fruit en kaas in een handomdraai, om telkens weer perfecte salades en overheerlijke desserts klaar te maken in de helft van de tijd. Zoiets noem ik gewoon een rasp en die is voor een euro te koop bij de Action. Moeten jullie ook eens naartoe gaan. Ze hebben spullen waar je tenmiste wat aan hebt en ze zijn een stuk goedkoper dan jullie...

Want wat kost dat briljante wonderding nou... Aaahh ze hebben een aktieaanbieding (as usual) voor maar 119,95... Nou, ik hou m'n geld liever in mijn zak als jullie het niet erg vinden. Maar bedankt voor deze reclame want het was voor mij weer inspiratie voor een blogje.

Sollicitatiebrief

Drunen, 29 januari 2009

Geachte heer Balkenende,

Graag zou ik willen solliciteren naar een baantje op een van uw ministeries.

Ik ben 25 jaar, moeder van twee prachtige kinderen en ik heb een Autisme spectrum stoornis, namelijk het syndroom van Asperger. Mij is opgevallen dat Autisme vaak negatief naar voren wordt gebracht terwijl mijn inziens wij als Autisten ons land juist heel veel te bieden zouden kunnen hebben.

Ik ben namelijk eerlijk en betrouwbaar en dat is iets waar uw kabinet nog heel veel zouden kunnen leren. Ik hecht me aan normen en waarden en dat zou u toch enorm aan moeten spreken. Ik wijt me vol overgave en nauwkeurig aan mijn taken en u kunt er van op aan dat de taken die ik doe met precisie worden uitgevoerd. Verder heb ik een goed oog voor detail en een uitzonderlijk goed geheugen. Ook heb ik een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Al met al zijn dit allemaal kenmerken die op uw ministeries toch goed van pas zouden kunnen komen.

Ik heb natuurlijk wel aandachtspunten, zoals dat ik niet zo goed tegen werkdruk kan en dat mij maar één taak tegelijk moet worden aangeboden maar dat zal als ambtenaar toch geen problemen moeten opleveren.

Ik hoop dat deze brief aanleiding is voor u om mij uit te nodigen voor een oriënterend gesprek.


Met vriendelijke groet,

Eliane Kwaks

Gespook in de meterkast

Geschreven op 28 januari 2009

Een jaar geleden begon de ellende al. Iedere keer als ik de droger aanzette dan sprong gegarandeerd de stop er minstens 1 keer uit. Oke, 1 keer kan ik handelen, droger was al oud... misschien ligt het daar wel aan. Maar op een gegeven moment sprong die stop er 2 keer uit, toen 5 keer en op het laatst om de 5 minuten, met als gevolg dat ik de hele dag bezig was om een was te drogen... Dan had ik die was net zo goed buiten kunnen hangen... Oke, luxeprobleem, ik geef het eerlijk toe... maar ik heb geen zin om mijn 35 meter lange tuin door te lopen (mijn droogmolen staat geheel onstrategisch aan het einde van de tuin...) met een overvolle wasmand, was op te hangen, te wachten tot ie droog is om dan vervolgens weer 35 meter tuin door te lopen om de was van de waslijn te plukken. En daarbij, ik heb die droger niet voor niks natuurlijk. Toch maar tijd voor een nieuwe droger dan. Toen ik met de nodige trots mijn nieuwe droger uit wilde proberen, sprong die verrekte stop alweer... Inmiddels sprong hij ook al bij de wasmachine... Een paar weken later werd het zo erg dat ik gewoon bij de meterkast kon gaan wachten totdat ik de schakelaar weer om kon gaan zetten. Tijd om de woningbouw te gaan bellen. Een dag later stond om half 8 's ochtends de electriciën bij ons op de stoep. 'Wat is het probleem?' 'Nou, de stoppen springen er bij ons om de haveklap uit als ik een was aan het draaien of drogen ben.' 'Heeft u ze niet tegelijk aan staan mevrouw?' 'Nee, ik zeg toch draaien of drogen..' Oke dan... De electriciën ging alles doormeten en kon nergens een fout ontdekken. Misschien lag het wel aan de bel die op dezelfde groep was aangesloten? Hij zette de bel op een andere groep en vroeg aan mij of ik de wasmachine of droger aan wilde zetten. Dat heb ik braaf gedaan en natuurlijk bleef de droogtrommel braaf doordraaien toen de electiciën er nog was. Maar die man was nog geen 5 minuten weg of dat kreng van een stop vloog er alweer uit... Zucht... dan maar weer bellen naar de woningbouw... Ondertussen was ik op het briljante idee gekomen om een verlengsnoer over de overloop uit te rollen en daar mijn wasmachine en droger op aan te sluiten. Goede tijdelijke oplossing dacht ik zo... en dat was ook zo met de nadruk op tijdelijk... Een paar dagen klapte ook daar de stop eruit... toen ik de schakelaar in de meterkast wilde omzetten, hoorde ik 'knal' en de vonken vlogen er vanaf. De meterkast had er duidelijk ook geen zin meer in... Een dag later stond dezelfde electriciën weer bij ons op de stoep. Die knal en die vonken bleken te komen omdat ik een verkeerd verlengsnoer had gebruikt. Niet geaard... voor hetzelfde geld was heel ons huis afgefikt... En hij kon ons nog iets mededelen: onze wasmachine was kapot... Nou ja, onze wasmachine was inderdaad oud maar gisteren deed ie het echt nog... Toch was ie kapot volgens hem... Gaf de verkeerde piekstroom aan op z'n metertje ofzo... Het eerste wat ik ging doen was een nieuw verlengsnoer halen. Ik heb het beste geaarde stekkerdoos gehaald die ik kon vinden. Eenmaal aangesloten zette ik vol goede moed mijn wasmachine aan. Maar... hij deed niks meer... Mijn goede oude vertrouwde machine wilde niet meer draaien... het enige wat het nog deed waren de lampjes... Hij was end of life, overleden. Met veel pijn en moeite (en hulp van mijn opa en mijn vader) toch maar een nieuwe wasmachine gekocht. Mijn oude vertrouwde beestje werd door Tonny naar zijn laatste rustplaats gebracht... De nieuwe wasmachine werd geinstalleerd. En wassen maar! Na 5 minuten...'klap!'... En toen brak toch wel mijn spreekwoordelijke klomp... Inmiddels had ik het echt helemaal gehad. Weer bellen naar de woningbouw, een week later weer bellen, een paar weken later weer bellen, een maand later idem dito... Maar geen electriciën...Gelukkig deed mijn nieuwe verlengsnoer wel wat ie moest doen en kon ik toch wel wassen en drogen, maar praktisch is het niet. Vooral niet als je 's nachts naar de wc moet en je struikelt over de draad heen... Het vreemde was dat alleen de bel nog die ene groep stond aangesloten en dat die stop daar zelfs van ging springen. Kan wel lekker rustig zijn zo zonder bel maar ook dat is niet erg parktisch...Uiteindelijk na een week of 8 stond gister de desbetreffende electriciën bij ons aan de deur. Ik was vastbesloten om hem niet te laten gaan voordat het mysterieuze stoppenprobleem was opgelost. Die man snapte er helemaal niks van. Uiteindelijk heeft ie alles maar vervangen in de meterkast wat er te vervangen viel, anders wist ie het ook niet meer. Tot mijn grote vreugde is de stop er tot nu toe niet meer uitgesprongen! Ik hoop dat het zo blijft en dat het spook uit de meterkast eindelijk is verjaagd!

Kappersleed

Geschreven op 19 januari 2009

Het moest nou toch een keer gebeuren... Thomaz was net een ragebol en zijn haren stonden alle kanten op. Thomaz raakt al helemaal in paniek als ik het woord kapper alleen al maar noem... Nou ja, naar de kapper ga ik niet meer. Ik heb al een keer gigantisch voor schut gestaan met een krijsende peuter die heel de zaak op z'n kop zette omdat de desbetreffende kapster de tondeuse alleen al maar aanzette. Daarbij kostte het een hoop geld en zo'n tondeuse hebben mijn ouders ook dus ik ga voortaan gewoon naar mijn ouders. En daar kan meneer ook naar hartenlust gillen.
Gisteren gingen we naar mijn ouders en toen mijn moeder de tondeuse tevoorschijn haalde, werd Thomaz met de minuut stiller. Hij zat heel rustig op de bank en zijn blik was gericht op de tondeuse die op tafel lag. Normaal is hij dus hij dus echt niet zo rustig… Hij heeft namelijk zoveel energie dat het lijkt alsof hij elke morgen standaard 6 blikken Red Bull naar binnen werkt… Toen ik Thomaz optilde om hem in de kinderstoel te zetten, begon het drama. ‘Neeheeeee mamaaaa ik wiiihilll nie!!!!’ krijsen…krijsen…krijsen!!!! Ik hield hem vast en mijn moeder zette de tondeuse in zijn haren... Maar het resultaat mag er zijn. Hij heeft nu weer een mooi kort koppie met een klein ondeugend kuifje. Zodra mijn moeder klaar was, was hij ook meteen weer zijn energievolle zelf. Foto’s volgen nog aangezien de batterij van mijn fototoestel leeg is en ik de lader ergens moet opgraven… Ik weet bij god niet meer waar ik dat ding gelaten heb.

Ik weet trouwens niet wat dat is met haren… Haren wassen is hier ook al zo’n drama. Als ik de kinderen in bad heb zitten en ik moet haren wassen dan denken ze op het einde van de straat nog dat ik een tweevoudige moord aan het plegen ben, zo hard gaan ze tekeer. Ik doe het altijd maar zo snel mogelijk want dan hebben we die strijd tenminste gehad. Maar goed, dit zal ook ooit wel een keer over gaan denk ik.

"Zorg" goed voor mezelf?

Geschreven op 12 januari 2009

5.45… De wekker gaat. Gedesoriënteerd kijk ik om me heen. Waarom gaat die wekker nu zo vroeg? Oh ja, ik heb vroege dienst. Ik moet heel de dag werken. Ik heb het gevoel alsof ik maar een uurtje geslapen heb. Ik lag om negen uur in bed om vervolgens tot een uur of drie wakker te liggen. Ik ben onrustig dus ik slaap onrustig. Van alles gaat er dan door me heen. Met wie moet ik morgen werken? Zou er een lijstje met bijzonderheden zijn? Waarom gaat alles nooit zoals ik wil? Doe ik het allemaal wel goed? Wat vinden ze van me? Op welke gang sta ik morgen? Zou alles wel goed gaan? Waarom ben ik zo onzeker? Waarom ben ik zo zenuwachtig? Waarom lijkt elke werkdag wel alsof het mijn eerste werkdag is? Doe ik het allemaal wel goed? Ik hoop niet dat ik op gang noord sta want dan moet ik alles alleen doen, en alles wat ik alleen moet doen mislukt. Altijd. Ik kan het gewoon niet. Ik moet doorgaan , ik ga altijd door. Ik moet sterk zijn, sterk overkomen. Als ik opsta dan ben ik nog net zo moe als toen ik naar bed toe ging, misschien nog wel meer.
Ik kleed me aan en pluk ergens een uniformjasje vandaan. Eliane Kwaks, leerling verzorgende staat erop. Nou mooie leerling ben ik. Ik ben derdejaars maar ik kan nog minder als een eerstejaars.
Ik loop naar beneden, zet een kop koffie en rook een sigaret. Ontbijten doe ik niet, kan ik niet. Het lijkt wel alsof er een knoop in mijn maag zit. Ik staar voor me uit. Waarom ben ik altijd zo zenuwachtig voordat ik ga werken? Doe ik het allemaal wel goed? 6.30… tijd om te gaan.

Ik kom bij mijn werk aan. Het is donker buiten en het is koud. Het is stil, want het verzorgingshuis komt pas over een uur een beetje tot leven. Ik vis mijn sleutels uit de zak van mijn uniform en doe de deur open. De warmte komt aan als een klap in mijn gezicht. Warm, in een verzorgingshuis is het altijd warm. Oude mensen vinden dat fijn. Ik vind het beklemmend, verstikkend. Ik loop naar boven, verdieping 2, vier trappen omhoog. Ik loop door de gang, er gaat een bel, nachtdienst komt voorbij gelopen. ‘Goedemorgen!’ Waarom zeggen mensen altijd goedemorgen terwijl je morgen niet perse goed hoeft te zijn? Ik kom aan bij de zusterpost. Er zitten al een paar collega’s van het andere team, van mijn team is er nog niemand. Ik zet een kop koffie en ik ga zitten. Collega’s praten over het weekend. Praten, ik moet ook praten. Anders vinden ze me stil, te stil. Collega van mijn team komt ook binnen. Ik kijk in de werkmap en zie gang noord bij mijn naam staan. Gang noord, ik moet alles alleen doen deze ochtend. Met een beetje geluk komt iemand mij helpen. Ik sta alleen op 18 bewoners. Ik kan het niet. Waar is mijn lijstje? Als er niet veel bijzonders tussenkomt dan gaat het me lukken. Het MOET me lukken, ik moet sterk zijn, anderen lukt het toch ook? Ik vul mijn werkkarretje, alles staat er op, ik heb mijn lijstje bij me. Alles moet volgens dat lijstje, als er iets afwijkt vanmorgen dan ben ik het overzicht kwijt. Op naar de eerste bewoner, steunkousen aan doen. Das makkelijk en binnen een paar minuten sta ik weer buiten. Op naar de volgende bewoner. Het gaat goed een uur lang. Ik kom aan bij echtpaar B., ze moeten allebei gedoucht worden. Dan gaat er een bel, en nog een bel… Hoe ga ik dat nu aanpakken? Ik heb hier iemand in de douche, dadelijk moet ik er nog 1 douchen en ik heb 2 bellen. Eerst de bellen dan maar. Een bewoner wil nu alvast de pillen want ze moet zo weg. De ander vraagt of hij vandaag gedoucht kan worden in plaats van morgen. Ik zeg dat ik er aan kom als ik klaar ben met de bewoners waar ik nu ben. Na het douchen van het echtpaar B. is het een troep op de badkamer, overal liggen handdoeken en de pyjama’s liggen er ook nog. Het bed moet nog opgemaakt worden. Dat doe ik straks wel. Eerst pillen geven en nog een bewoner douchen, anders ben ik niet op tijd. Pillen geven, zo gebeurd. Douchen duurt iets langer. Eerst pillen dan douchen. Collega komt eraan. ‘Wil jij straks nog even naar meneer C.?’ Ik zeg dat het goed is. Als ik nee zeg dan vinden me vast niet aardig meer. Ik heb er nu eigenlijk geen tijd voor maar ik moet het gewoon doen, anders vinden ze me een leerling van niks. Pillen gegeven, bewoner gedoucht. Nu verder met de rest van mijn lijstje. Inmiddels loop ik ver achter op mijn schema. Ik word er nog onrustiger van dan dat ik al was.
9.45… Collega komt naar me toe. ‘Waarom is het zo’n troep bij echtpaar B? En ben je al bij meneer C. geweest?’ Stamelend zeg ik dat ik nog van plan was om de troep op te ruimen en dat ik nog geen tijd gehad heb om naar meneer C te gaan. ‘Die troep moet je meteen opruimen Eliane, nauwkeurig werken is erg belangrijk en dat houdt bij jou nog wel eens te wensen over. Ik ga zelf wel naar meneer C. want ik ben toch klaar.’ Oké dan. Zie je nou wel.. Ik doe het allemaal niet goed. Ik kan niks en ik ben niks. Het lukt me zelfs niet om mijn lijstje op tijd af te krijgen. Mijn werkdag is pas een paar uur bezig en ik ben al doodop.

10.15… pauze, daar ben ik wel aan toe inmiddels. Koffie en sigaret, twee sigaretten want in een kwartier pauze kun je precies twee sigaretten roken. Druk, het is druk in de rookruimte. Iedereen praat en praat en praat, ik kan het allemaal niet volgen. Praten, ik moet ook praten. Anders ben ik weer die stille… Ik wil ook mee kunnen doen met een gesprek maar ik hoor zoveel om me heen dat ik alles door elkaar heen hoor. Trouwens… ik hou toch mijn mond maar dicht voordat ik iets stoms zeg. 10.30… Ik ga weer naar boven. Op de gang hoor ik de huishoudelijke dienst vrolijk de nieuwste roddels over collega’s met elkaar doornemen. Ik zal ook wel tussen die roddels zitten, als mislukte leerling van het jaar of zo…Ik kom op de zusterpost aan en zoek de zorgdossiers op van de bewoners waar ik die ochtend geweest ben. Ik moet gaan rapporteren. Rapporteren kan ik wel geloof ik, daar heb ik tenminste nog nooit iets over gehoord. Jeetje wat een spelfouten heeft de collega voor mij gemaakt ‘geweesd’ met een d? Ik zal het maar niet verbeteren want ik wil niet als een betweter overkomen.
12.00… We gaan de warme maaltijd ronddelen. De kar staat op de afdeling. Maaltijden delen kan ik ook nog wel, geloof ik… Tien minuten later is alles rondgedeeld. Eet smakelijk!

12.30 … Middagpauze. Ik neem een kop soep, ik hoef geen brood want mijn maag zit nog steeds in de knoop. Ik zit aan een lange tafel waar een stuk of twintig collega’s om me heen zitten, druk pratend. Waarom praten ze nou zoveel. Kijken ze allemaal naar mij? Moet ik meedoen met het gesprek? Welk gesprek? Ik hoor wel 5 gesprekken door elkaar heen. Soep is op en ik ga roken. Ik kan weer net twee sigaretten roken voordat ik weer naar boven moet.

13.00 Ik ga de karren inruimen want de bewoners zijn inmiddels ook allemaal klaar met eten. Twee karren, dertig bewoners. Als dat gebeurd is dan loop ik weer naar de zusterpost. Mijn andere twee collega’s zijn inmiddels druk aan het bellen en schrijven. Wat moet ik nou gaan doen? Over een uur hoeft er pas koffie en thee rondgedeeld te worden. Nu staat er niks op het schema maar ik moet toch iets doen? Anders vinden ze me dadelijk weer lui. Maar ik weet niet wat ik moet doen. Als ik het ga vragen, vinden ze me ook weer stom. Dan krijg ik te horen dat ik hier inmiddels al zo lang werk en dat ik dat behoor te weten. Maar er staat toch niks meer op de werklijst? Doe ik het allemaal wel goed? Waarom weten anderen dan wel wat ze moeten doen? Ik ga het toch maar vragen… ‘Je kunt nu niks doen, ga maar op 2A vragen of je daar kunt helpen. Ik loop naar 2A. Deze afdeling ken ik helemaal niet. Alles is hier vreemd voor mij. Alles wat nieuw is, is eng. Had ik nou maar niks gevraagd… Op 2A is het ook rustig. Het enigste wat ik kan doen is een paar bewoners naar de activiteitenbegeleiding brengen. Als ik dat gedaan heb, loop ik weer terug naar mijn eigen afdeling. Er gaat een bel en er moet iemand naar de WC. Ik ben blij dat ik tenminste nog wat kan doen. Ik zie mijn collega’s praten. Het gaat vast over mij…14.00… Koffie en thee rondbrengen. Ik begin ermee en kom bij de eerste bewoner er achter dat ik de suiker vergeten ben. Mijn hoofd is zo vol dat ik zelfs de suiker vergeet…Als ik klaar ben, pak ik mijn opdrachtenmap. Basiszorg is klaar, moet alleen nog een eindopdracht doen, B. Examen, praktijkexamen. Alleen bij dat woord schiet ik alweer in de stress. Ik zit op een andere school als de rest van de leerlingen hier in huis. Ik zit in Vught op school en de rest in Tilburg. In Tilburg werken ze anders dan in Vught en ik ben ook de eerste leerling die ze hebben die in Vught op school zit. Ik heb ook altijd iets aparts. Ze vonden het makkelijker als ik in Vught op school bleef aangezien ik daar ook mijn helpende niveau 2 heb afgerond. Ik ben de eerste die hier praktijkexamen moet doen en het is voor mij ook allemaal nieuw. Niet aan denken als ik daar aan denk word ik nog zenuwachtiger. Ik zie in mijn map zoveel opdrachten staan dat ik niet weet waar ik aan moet beginnen. Ik zie door de bomen het bos niet meer. Ik zie alleen details en het overzicht ben ik helemaal kwijt.
15.00… Avonddienst komt binnen, overdracht, bijzonderheden. Heb ik nog bijzonderheden? Ik heb zoveel gedaan vandaag. Heb ik wel veel gedaan? Voor mijn gevoel heb ik eigenlijk helemaal niet veel gedaan. Doe ik het allemaal wel goed? Nee, ik doe het niet goed.
15.30… Tijd om naar huis te gaan. Ik ben moe, zo verschrikkelijk moe dat ik wil gaan slapen. Morgen weer een dag, morgen weer werken.

Dit is zomaar een willekeurige werkdag van mij van twee jaar geleden voordat ik finaal ingestort met een burnout de ziektewet in ging.

Mijn persoonlijke wet van Murphy

Geschreven op 5 januari 2009

Boodschappen doen is nou niet echt één van mijn hobby's en dan druk het nog zacht uit.. Maar wat moet gebeuren dat moet nou eenmaal en als ik dan ga dan probeer ik in ieder geval de drukke zaterdagen te vermijden in de supermarkt. Nou ben ik doordeweeks altijd thuis dus over het algemeen lukt me dat wel vrij aardig maar soms valt mijn planning zodanig in het water dat ik wel op zaterdag moet gaan. Geen pretje met aan mijn ene hand een wandelwagen waar nog een kiddyboard met kind aanhangt en aan de andere kant een winkelmandje wat met elke stap die ik zet zwaarder wordt. Al slalommend manouvreer ik me dan tussen de winkelende mensenmassa, winkelwagentjes en op de grond liggende krijsende peuters heen... Eenmaal bij de kassa aangekomen is mijn humeur al tot het nulpunt gedaald. Ik kies dan ook nog altijd de kassa waarbij ik het langst moet wachten. Het zal mijn persoonlijk wet van Murpy wel zijn... Er staat altijd wel minstens één persoon voor mij die moet gaan zeuren over een pot met erwtjes die 3 weken geleden gekocht is, of ze gaan in discussie of de bamischijven nu wel of niet in de aanbieding zijn en dan wordt het desbetreffende reclameblaadje er ook nog eens bijgehaald... Inmiddels sta ik dan al 20 minuten te wachten met een krijsende baby in de wandelwagen en een zeurende peuter die al het snoepgoed ziet hangen bij de kassa's. Degene die voor mij staat pakt zijn boodschappen dan ook nog eens op een slakkentempo in zodat ik als ik dan eenmaal aan de beurt ben (godszijdank!) dat ik dan niet meer bij mijn boodschappen kan.
Wat ben ik blij als ik dan eenmaal buiten sta! Dat is dus de reden waarom ik de zaterdagen zoveel mogelijk probeer te vermijden in de supermarkt. En het ergste is ook dat ik dan door alle drukte de helft vergeet en dat ik dan nog een keer terug moet. Nee laat mij maar naar de supermarkt gaan op een maandagavond of zo, heerlijk rustig!

Het leed dat opvoeden heet

Geschreven op 28 december 2008

Kinderen: ze zijn erg leuk, lief en schattig maar af en toe... ZOU IK ZE TOCH GRAAG ACHTER HET BEHANG PLAKKEN!!! En niet voor 5 minuten maar het liefst een dag of 2, heerlijk rustig... Maar ik heb het idee dat als ik dat zeg dat ik dan heel de Moeder-zijn-is-zo-leuk-en-ow-wat-heb-ik-toch-voorbeeldige-kinderen-Gestapo over me heen krijg. Ik zat zo eens te kijken op internet naar een boek over opvoeding aangezien Thomaz de laatste tijd lichtelijk onhandelbaar begint te worden. Toen kwam ik dit tegen: De methodiek ‘Het Fluisterkind®’ maakt duidelijk dat jouw kind zich net zo intens en actief inzet voor jouw levensgeluk als jij voor dat van je kind. Je kind gebruikt zijn gedrag, spel, ontwikkeling of klachten als taal om duidelijk te maken wat er bijgestuurd mag worden in jouw leven, relatie of gezin. Daar gehoor aan geven betekent een verrijking voor jezelf maar je zult ook merken dat het positief doorwerkt op het gedrag en de gezondheid van je kind. Sorry... maar daar krijg ik dus al helemaal de kriebels van. Ik als Onzekere Moeder intrepreteer het dus zo: Dus als Thomaz hier de boel op stelten zet zo'n keer of 4 per dag en dan een bui heeft waar ie in blijft hangen en ik in mezelf herhaal dat ik negatief gedrag moet negeren en dan na ANDERHALF uur het echt helemaal zat ben en dat Evy dan gezellig mee gaat doen en dan ik het gekrijs in stereo aan mag horen, dat er dus iets mis is in mijn leven, relatie of gezin... Zucht...
Ook al zoiets de Borstvoedingsmaffia: Toen Evy nog op volledige flesvoeding zat en ik ergens was waar ik ze de fles moest geven, kreeg ik een paar zeer verontwaardigde blikken. "Waarom geef je geen borstvoeding, dat is toch het beste voor je kind!" Euhhh ja dat zal ongetwijfeld zo zijn maar als je medicijnen slikt waardoor dat gewoon niet kan en omdat je borstvoeding op verzoek moet geven en ik hier ook nog een peuter heb rondwandelen en ik dan totaal mijn structuur kwijt ben dan ben ik echt geen goede moeder meer hoor. Dan kun je me wegdragen na een paar dagen denk ik. Maar nee... ik gaf geen borstvoeding dus ik gaf niet het beste aan mijn kind.
Nee mijn kinderen zijn niet perfect, dat kunnen af en toe echt kleine krijsende rood aanlopende monsters zijn die me het bloed onder de nagels vandaan halen. Ook kunnen ze erg lief zijn en kan ik heerlijk met ze knuffelen. Maar het moeder zijn is niet altijd rozegeur en maneschijn en het is totaal geen roze wolk zoals sommige moeders doen beweren. Neem nou het zwanger zijn, dat vond ik een hel en daar kom ik ook heel eerlijk voor uit. Ik haat die 2 keer 9 maanden waarbij ik een wandelende hormonenbom was waarbij ik op springen stond. Nee, dan beval ik nog 20 keer zo lief. Maar nee, alles moet leuk zijn, perfect, borstvoeding, kinderen die vanaf dag 3 doorslapen, géén potjesvoeding maar zelf gemaakte biologische hapjes enz. enz.
Nou mijn kinderen hebben flesvoeding gehad en olvarit en mijn kinderen slapen nu nog steeds regelmatig niet door, en ik vond en vind niet alles even leuk en perfect. Maar mijn kinderen zijn gelukkig en daar gaat het om!

Maar goed, het moraal van dit verhaal: Moeder zijn is leuk maar niet altijd!

Evy is geboren! Mijn bevallingsverhaal...

Geschreven op 8 december 2007

Midden in de nacht op 29 november om 3.45 is onze dochter Evy geboren, na een supersnelle bevalling van een uur en een kwartier!!! Ze weegt 2755 gram en is 48 cm lang.

Woendag is er eigenlijk nog niks aan de hand. Ik baal er inmiddels flink van en begin steeds meer een hekel te krijgen aan mijn dikke buik. Die buik die er voor zorgt dat ik 's nachts niet meer kan slapen. Diezelfde buik die ervoor zorgt dat ik 1 wandelende hormonenbom ben die niet meer zichzelf is. Die buik die ervoor zorgt dat ik constant last van voorweeën heb die maar niet doorzetten. Maandag had ik nog even hoop toen ik wat bloedverlies had, maar de verloskundige constateerde nog niet eens 1 cm ontsluiting... Nog even en ik kruip tegen de muren omhoog... Ik sleep me door deze dag heen, dood en doodmoe. Thomaz heeft niet veel aan mij, en dat merkt ie dondersgoed. Het manneke is harstikke tegendraads vandaag. Maar ja wat heeft ie nou aan zo'n chagarijnige moeder. Ik ben blij als Tonny thuis komt, ik heb em erg gemist vandaag. Ik vertel hem dat het nog steeds aan het rommelen is in mijn buik, maar dat het gewoon voorweeën zijn. "Misschien gaat het vannacht wel gebeuren" zegt ie. Ja ja, dat heb je al 6 keer geroepen, denk ik dan bij mezelf. Om half 9 ben ik zo moe dat ik maar naar bed ga, wetende dat ik om 5 uur 's ochtends toch weer klaarwakker beneden zal zitten.
Even voor half 3 's nachts word ik wakker. Ik voel een scherpe pijn in mijn buik. Weer die stomme voorweeën. Ik besluit om naar beneden te gaan om wat te drinken. Een paar minuten later voel ik weer die pijn in mijn buik, maar na 30 seconden zakt het weer af. Als ik moet plassen, zie ik dat ik bloedverlies heb. Ik voel weer die pijn in mijn buik en ik besluit Tonny wakker te gaan maken. Misschien gaat er toch wel iets gebeuren vandaag, maar zeker ben ik er niet van. Tonny schiet gelijk wakker en kleed zich meteen aan. Hij wil meteen een lamp boven op de slaapkamer gaan zetten omdat we daar te weinig licht hebben. Intussen heb ik door dat er regelmaat in de pijn begint te zitten. Er zit iedere keer 3 minuten tussen. Tonny zegt dat ik de verloskundige moet gaan bellen. Ik heb daar weinig zin in omdat ik pas een kwartier weeën heb. Ja inmiddels heb ik wel door dat dit het echte werk is. Tonny blijft aandringen en dus ga ik toch maar bellen. Inmiddels is het kwart voor 3. De verloskundige belooft dat ze zometeen komt kijken. Inmiddels worden de weeën steeds heftiger en komen ze om de minuut. Ik raak steeds meer in mezelf gekeerd. Om 3 uur is de verloskundige er, en blijk ik al maar liefst 5 cm ontsluiting te hebben. Omdat de vliezen nog niet gebroken zijn, mogen we nog naar het ziekenhuis maar dan moeten we wel snel zijn. Ik bel mijn zusje op en vraag of ze op Thomaz wil passen, en ondertussen haalt Tonny Thomaz uit bed. Het arme manneke staat slaapdronken op zijn beentjes te wiebelen. In de auto probeer ik mijn moeder te bellen tussen de weeën door. Maar ze zit in de nachtdienst en ik krijg de voicemail. Daarna bel ik Nadine op en vraag of ze beneden wil klaar staan om Thomaz over te nemen. Ze vraagt of ze mee naar het ziekenhuis mag en of Annieka op Thomaz mag passen. Ik zeg dat dat goed is. Als we aankomen pakt ze gelijk Thomaz over en brengt hem naar boven. Daarna zal ze met haar eigen auto naar het ziekenhuis komen. We komen tegelijk met de verloskundige bij het ziekenhuis aan. Het is inmiddels 5 over half 4. Het is druk op de parkeerplaats van de spoedeisende hulp. Het kost me moeite om de auto uit te komen. Op de parkeerplaats zak ik bijna door mijn benen. Ik leun tegen de auto die naast die van ons sta en ik zeg tegen niemand in het bijzonder dat ik persweeën heb. De portier die toevallig buiten aan het roken is, ziet wat er aan de hand is en gaat meteen een rolstoel halen. De verloskundige roept hem nog achterna dat ie vlug moet zijn. Hij komt terug met de rolstoel en hij raced naar binnen met mij in dat ding de verloskamer binnen. Ik ga meteen op bed liggen omdat ik bijna voor 100% zeker weet dat ik volledige ontsluiting heb. Als de verloskundige gaat kijken zie ik aan haar gezicht dat ik gelijk heb. Ze zegt dat ze eerst de vliezen gaat breken. Ze kan er geloof ik niet zo goed bij maar op eens voel ik het vruchtwater langs mijn benen stromen. Op hetzelfde moment zegt de verloskundige dat de baby in het vruchtwater heeft gepoept. Ik voel een perswee opkomen en ze zegt dat ik gelijk mag gaan persen. Na 1 keer persen staat het hoofdje al, ik wil nog een keer persen maar dan zegt de verloskundige in een keer resoluut dat ik moet stoppen. De baby heeft de navelstreng heel strak om het nekje zitten. Zo strak zelfs dat ze meteen de navelstreng moet doorknippen. Binnen een paar seconden is de navelstreng doorgeknipt maar voor mijn gevoel duurt het uren. Bij de volgende perswee wordt ze helemaal geboren, ons meisje Evy! het is kwart voor 4. Even wordt ze op mijn buik gelegd en hoor ik een klein kreetje, maar de verloskundige neemt haar gelijk weer mee. Ik ben zo beduusd door de snelheid van de bevalling dat ik niet eens door heb waarom ze gelijk wordt meegenomen. In de tussentijd is Nadine binnen gekomen. Ze blijkt al 5 minuten voor de deur hebben gestaan maar ze wist niet zeker of ik wel degene was die in deze verloskamer lag. Ze heeft de bevalling dus niet meegemaakt. Ze zijn nog steeds met Evy bezig. Tonny en ik kijken elkaar aan en we weten niet wat er aan de hand is. Mijn zusje loopt naar ze toe en kijkt wat ze aan het doen zijn. Evy wordt uitgezogen en krijgt een beetje zuurstof.  Er schiet van alles door me heen, maar ik voel me vooral machteloos. Machteloos omdat ik op dat bed lig en nergens heen kan. Ik kan mijn kleine meisje niet helpen. Ik heb haar niet eens fatsoenlijk kunnen knuffelen. Nadine vraagt hoeveel ze weegt en hoe lang ze is. Dan besef ik dat ik dat nog niet eens weet. Ik weet niet eens of ze al gewogen en gemeten is. Er komt ondertussen iemand aan mijn bed die bloed uit de navelstreng afneemt. Dan besef ik ook ineens dat Tonny de navelstreng niet eens heeft kunnen doorknippen.
Ik hoor de verloskundige en de verpleegkundige op de achtergrond praten en ik vang het woord couveuze op. Later komt er een kinderarts bij die Evy helemaal nakijkt. Dan krijg ik te horen dat Evy helemaal versufd is door de snelheid van de bevalling en het feit dat ze de navelstreng zo strak om haar nekje had zitten en dat ze in het vruchtwater heeft gepoept, werken ook niet echt mee. De kinderarts zegt dat ie gaat overleggen of ze hier bij mag blijven of dat ze naar boven naar de kinderafdeling moet. Ik krijg een spuit van de verpleegkundige om mijn baarmoeder samen te laten trekken. En vrij snel daarna komt de placenta er uit. Ik moet alleen gehecht worden want door de snelheid van de bevalling ben ik ingescheurd.
Inmiddels is Evy al een beetje bijgekomen en wordt ze gewogen, gemeten en aangekleed. Daarna wordt ze snel in een wiegje gelegd met 2 kruiken omdat ze een beetje ondertemp heeft. Even later komt de kinderarts terug en vertelt dat Evy gewoon lekker bij ons mag blijven en dat ze in de ochtend nog een keer nagekeken wordt en als dan alles goed is, mogen we naar huis. Gelukkig begint ons kleine meisje steeds beter te reageren en stroomt de opluchting door me heen. Ik vraag of ik mag gaan douchen. Onder de douche besef ik nog niet helemaal dat ik ben bevallen, ook al is mijn buik ineens een stuk platter. Mijn zusje komt me helpen met aankleden, en even later lig ik fris gewassen in een schone pyama in bed. De verloskundige is inmiddels klaar met de administratie, en zegt dat ze wel verwacht dat we vandaag weer naar huis mogen. Ze zegt dat ze morgen bij ons thuis komt kijken. Omdat de kraamafdeling boven vol ligt, mogen we op de verloskamers blijven. Zo hebben we een grote kamer voor ons zelf alleen om even lekker bij te komen. Mijn zusje gaat met mij nog even naar buiten om een sigaretje te roken. Daar kom ik de zeer verbaasde portier tegen die mij de verloskamer ingeduwd heeft. Zo dat was echt een turbobevalling zeg!
Eenmaal terug op de kamer mag ik Evy haar eerste flesje geven. Ze heeft er zo te zien geen enkele moeite mee en in een mum van tijd heeft ze 15cc op terwijl ze eigenlijk maar 10 mag hebben. Als mijn zusje naar huis is, komt Tonny naast me liggen en samen kijken we naar ons kleine meisje. Tegen half 8 komt de kinderarts weer terug en kijkt Evy nog een keer helemaal na. Daarna zegt hij dat we naar huis toe mogen!!!
Eerst krijgen we nog ontbijt en nog belangrijker koffie, en ondertussen belt Tonny de kraamzorg op dat we naar huis mogen. Ze beloven dat om 10.00 de kraamverzorgende bij ons aan de deur staat.

Om half 9 gaan we lekker naar huis en halen we meteen Thomaz weer op. Dit was een uitgebreid verhaal over mijn zeer korte stortbevalling.