woensdag 19 december 2012

Niet proberen maar doen!

Geschreven op 7 oktober 2009

Normaal lees ik een boek binnen no time uit. Op de PAAZ niet want daar gebeurt teveel om me heen. En alles wat er om me heen gebeurt registreer ik onbewust. Gesprekken die gevoerd worden door medepatiënten, de televisie op de achtergrond, het geluid van de koffieautomaat , de telefoon die ik over hoor gaan in het kantoor van de verpleegkundigen en zo kan ik nog wel meer dingen opnoemen. Zelfs als ik in mijn eentje in de huiskamer zit, gebeurt er nog van alles. Een verpleegkundige die ineens de huiskamer komt binnen gestormd en tegen niemand in het bijzonder zegt dat ze op zoek is naar een patiënt. Aangezien ik op dat moment de enige ben die in de huiskamer zit, voel ik me genoodzaakt om te antwoorden. Zonder van mijn boek op te kijken mompel ik: “Rookhok.” Waarop de verpleegkundige antwoordt: “Goh Eliane, wat weet jij dat toch altijd goed.” Vaak onbenullige details waar niemand anders aandacht aan zou besteden, dat, in combinatie met mijn goede geheugen zorgt regelmatig voor overprikkeling. Op zulke momenten zou ik eigenlijk op mijn kamer moeten gaan zitten om daar te gaan lezen maar op mijn kamer is mijn Braziliaanse kamergenote bezig om te oefenen voor haar inburgeringsexamen dat ze binnenkort moet gaan afleggen. Aangezien ze hardop haar Nederlandse uitspraak moet oefenen, zit ik dan in de huiskamer toch een stuk rustiger.

Na drie weken op de PAAZ heb ik hele gemengde gevoelens over mijn tijdelijke verblijfplaats. De rust doet me inderdaad erg goed. Onder rust versta ik dan dat er heel weinig van me verwacht wordt. Ik kan en mag mezelf zijn en dat is heel vaak in mijn leven toch wel anders geweest. Maar met sommige dingen heb ik het erg moeilijk (buiten het feit dat de PAAZ geen auti vriendelijke omgeving is). De overgang van helemaal geen zorg naar zorg 24 uur per dag is erg groot. En de zorg wordt gegeven door mensen die het beroep hebben waar ik jarenlang van heb gedroomd. De droom die ik nooit waar heb kunnen maken. Dat is soms heel erg confronterend. Toen ik 8 jaar geleden op de HBO-V begon, wist ik gelijk dat ik in de psychiatrie wilde gaan werken. Ik had ironisch genoeg mijn stageplek aangevraagd op de PAAZ. Omdat dat een erg gewilde stageplaats was, moest ik uiteindelijk genoegen nemen met een stage in de psychogeriatrie in een verpleeghuis. Misschien moet ik achteraf maar blij zijn dat ik nooit stage heb gelopen op de PAAZ, dat had waarschijnlijk weer een hoop herinneringen naar boven gehaald. ’s Avonds als ik mijn slaapmedicatie ga ophalen en dit in bijzijn van een verpleegkundige in moet nemen, valt mijn oog op de medicijnlijst. “Vandaag de nieuwe medicatie en de medicijnlijsten binnengekregen zeker?” De verpleegkundige kijkt me ietwat verbaasd aan. “Ja dat klopt, maar hoe weet jij dat?” Daarop antwoordde ik dat ik altijd gewend ben geweest om aan haar kant van de medicijnkar te staan en dat ik meteen zie dat er een nieuwe, nog niet afgetekende lijst, in de map zit. “Nou, dan voelt het zeker wel vreemd om nu aan de andere kant te staan.”, zegt ze. Ik zegt dat inderdaad zo is, zeg welterusten en zoek mijn heil nog even in het rookhok waarin het om 22.00 erg druk is. Continu geconfronteerd worden met de droom die ik ooit in duigen heb zie vallen is niet echt leuk. Terwijl ik ook van mezelf weet dat ik nooit meer in de zorg zou willen werken, daarom is het ook zo dubbel.

Eén van de dingen die ik de afgelopen tijd geleerd heb is dat je nooit iets moet proberen maar het gewoon moet doen. Stel een doel voor ogen en mocht het niet lukken dan kun je achteraf je doelen altijd nog bijstellen. En dat heb ik niet geleerd tijdens mijn stages maar juist tijdens mijn verblijf als patiënt op de PAAZ. Het leven kan soms raar lopen..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten